Woorden 3.5 2A, 2B, 2C

Woorden 3.5 2A, 2B, 2C
Leerdoel: 
- je leert 25 nieuwe woorden/gezegden
- je leert wat afleidingen zijn
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woorden 3.5 2A, 2B, 2C
Leerdoel: 
- je leert 25 nieuwe woorden/gezegden
- je leert wat afleidingen zijn

Slide 1 - Slide

Afleidingen
Woorden kunnen achtervoegsels krijgen. Hierdoor verandert het woord. 
Bijvoorbeeld:  -loos, -achtig, -baar, -je en -es
waar+achtig
waarde+loos

Slide 2 - Slide

Let op!
Een afleiding bestaat niet uit twee zelfstandige naamwoorden. Dan heb je het over een samenstelling. 
Weer (ZN)+man (ZN)= samenstelling
Weer (ZN)+tje (achtervoegsel)= afleiding


Slide 3 - Slide

Kies een zelfstandig naamwoord en maak daar een afleiding van door er een achtervoegsel aan te plakken.

Slide 4 - Open question

Maak zelf een nieuw woord door een achtervoegsel toe te voegen bij het zelfstandig naamwoord stuur

Slide 5 - Open question

Maak zelf een nieuw woord met het woord weer. Voeg een achtervoegsel toe.

Slide 6 - Open question

Afleiding met namen van landen of steden
Ook van namen van landen of steden kun je een afleiding maken. Ook deze afleidingen schrijf je met een hoofdletter.
Ierland de Ierse bedrijven
Rotterdam het Rotterdamse festival
Mexico een Mexicaans restaurant

Slide 7 - Slide

Wat is de afleiding van Portugal?
De ....stranden zijn zonovergoten en prachtig!
A
Portugalse
B
Portugese
C
Portugaalse
D
Portugaanse

Slide 8 - Quiz

Is Amerikaanse een afleiding?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Welke woorden is een afleiding? Er zijn twee antwoorden goed
A
Ierse
B
paarsachtig
C
boekenkast
D
vervelend

Slide 10 - Quiz

Oefenen met woorden
Hoofdstuk 3.5 
Neem vijf minuten de tijd om de woorden te bestuderen blz 210+211. 
Daarna gaan we kahoot doen!

Slide 11 - Slide

Zelfstandig werken
(Huis)werk opdracht 3.5 3, 4, 6, 7, 9, 10, 13, 
Mag online of in je werkboek
Be je klaar ga dan trainen met de woordtrainer (online)

Slide 12 - Slide