2022: Stemmen uit de Middeleeuwen

Stemmen uit de middeleeuwen 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Stemmen uit de middeleeuwen 

Slide 1 - Slide

Groepjes en boekenlijst


Jullie gaan in groepjes werken. 

Ieder groepje leest tijdens de les een middeleeuws boek. 

Jullie krijgen de boeken van je docent.




Slide 2 - Slide

Opdracht
Na het lezen van het boek:

  • Jullie maken vragen bij het boek;
  • De opdrachten staan per boek in deze LessonUp;
  • Bereid deze vragen goed voor;
  • In de toets krijgen jullie namelijk ook vragen over dit gelezen boek :-)

Slide 3 - Slide

De boekenlijst

1. Karel ende Elegast

2. Gloriant

3. Beatrijs

4. Lanseloet van Denemarken 

5. Esmoreit

6. Het Roelantslied





Slide 4 - Slide

Bronnen

Je gebruikt voor het maken van de opdrachten allerlei bronnen.  Tips:

Slide 5 - Slide

Karel ende Elegast
Ga eerst samen het boek KAREL ENDE ELEGAST lezen.

Als jullie het boek gelezen hebben, gaan jullie antwoorden zoeken bij de vragen . Zorg dat jullie 
gedegen antwoorden geven, want jullie krijgen vragen over dit boek in de toets.


Slide 6 - Slide

De vragen

1.  Waarom moet Karel gaan stelen?

2. Hoe weet Karel zeker dat de boodschap om te gaan stelen van God komt?

3. Trouw is misschien wel het belangrijkste thema van dit verhaal. Leg dat uit. Verwerk in het antwoord fragmenten uit het verhaal.


Slide 7 - Slide

De vragen:

4.Wat is de les die de middeleeuwers konden leren van dit boek? Geef voorbeelden uit het boek waaruit dat blijkt.

5. Karel ende Elegast behoort tot de zogenaamde Karelromans. Hoe zie je dat terug in dit verhaal? Noem drie kenmerken en leg die kenmerken uit met behulp van drie fragmenten uit het verhaal.

Slide 8 - Slide

Gloriant
Ga eerst samen het boek GLORIANT lezen.

Als jullie het boek gelezen hebben, gaan jullie antwoorden zoeken bij de vragen . Zorg dat jullie gedegen antwoorden geven, want jullie krijgen vragen over dit boek in de toets.

Slide 9 - Slide

De vragen

1. Vertel wie Gloriant is en vertel wie Florentijn is.

2. Wat is de rol van Florentijn in het verhaal? Verwijs naar fragmenten in het verhaal.

3. Vertel hoe het afloopt met Gloriant en Florentijn.


Slide 10 - Slide

De vragen
4. In dit toneelstuk komen tegenstellingen tussen het westen en het oosten aan de orde; bijvoorbeeld in de religies die Gloriant en Florentijn aanhangen. Leg die tegenstelling uit en geef aan of deze tegenstelling blijft bestaan of niet.

5. Dit toneelstuk is een abel spel. Wat is dat precies? Geef een definitie van een abel spel en leg uit waarom Gloriant tot de abele spelen wordt gerekend. Verwijs in het antwoord naar fragmenten uit het verhaal.




Slide 11 - Slide

Beatrijs
Ga eerst samen het boek BEATRIJS lezen.

Als jullie het boek gelezen hebben, gaan jullie antwoorden zoeken bij de vragen . Zorg dat jullie 
gedegen antwoorden geven, want jullie krijgen vragen over dit boek in de toets.


Slide 12 - Slide

De vragen

1. Hoe komt het dat wij het verhaal van Beatrijs kennen? Leg je antwoord uit.

2. Wie is Beatrijs?

3. Het getal 7 speelt een belangrijke rol in dit verhaal. Waar kom je dit getal tegen en wat is de symboliek achter dit getal?



Slide 13 - Slide

De vragen

4. Dit verhaal is een Marialegende. Hoe zie je dat terug? Geef een definitie van de Marialegende en leg uit waarom Beatrijs tot dit genre behoort. Verwijs in het antwoord naar fragmenten uit het verhaal. 

5. Wat is de les die de middeleeuwers konden leren van dit boek? Geef voorbeelden uit het boek waaruit dat blijkt.




Slide 14 - Slide

Lanseloet van Denemarken
Ga eerst samen het boek LANSELOET VAN DENEMARKEN lezen.

Als jullie het boek gelezen hebben, gaan jullie antwoorden zoeken bij de vragen . Zorg dat jullie gedegen antwoorden geven, want jullie krijgen vragen over dit boek in de toets.

Slide 15 - Slide

De vragen
  1. Wie is Lanseloet?

2. Leg uit waar voor rol de moeder van Lanseloet in het verhaal speelt. Verwijs naar fragmenten in het boek.

3. Op een gegeven moment gedraagt Lanseloet zich erg onhoofs. Leg uit wat onhoofs gedrag is en verwijs in het antwoord naar een fragment uit de tekst.  

Slide 16 - Slide

De vragen

4. Vertel hoe het afloopt met Lanseloet.

5. Dit toneelstuk is een abel spel. Wat is dat precies? Geef een definitie van een abel spel en leg uit waarom Lanseloet tot de abele spelen wordt gerekend. Verwijs in het antwoord naar fragmenten uit het verhaal.

Slide 17 - Slide

Esmoreit
Ga eerst samen het boek ESMOREIT lezen.

Als jullie het boek gelezen hebben, gaan jullie antwoorden zoeken bij de vragen . Zorg dat jullie gedegen antwoorden geven, want jullie krijgen vragen over dit boek in de toets.

Slide 18 - Slide

De vragen

  1. Wie is Esmoreit?

2. Wat voor rol speelt Robbrecht in het verhaal? Geef voorbeelden.

3. Hoe loopt het af met Esmoreit?

Slide 19 - Slide

De vragen
4. Wat is hoofse liefde? De liefde tussen Esmoreit en Damiët is een vorm van hoofse liefde.  Leg uit hoe je deze hoofse terugziet bij Esmoreit en Damiët. Verwijs naar fragmenten in de tekst.

5. Dit toneelstuk is een abel spel. Wat is dat precies? Geef een definitie van een abel spel en leg uit waarom Esmoreit tot de abele spelen wordt gerekend. Verwijs in het antwoord naar fragmenten uit het verhaal.

Slide 20 - Slide

Het Roelantslied
Ga eerst samen het boek HET ROELANTSLIED  lezen. Bekijk 
eventueel eerst een filmpje over het verhaal op YouTube. 

Als jullie het boek gelezen hebben, gaan jullie antwoorden zoeken bij de vragen . Zorg dat jullie gedegen antwoorden geven, want jullie krijgen vragen over dit boek in de toets.

Slide 21 - Slide

De vragen

  1. Wie is ridder Roelant?

2. Leg uit wat de hoorn Oliphant is. Waarom wil Roelant in eerste instantie niet op zijn hoorn Oliphant blazen?

3. Hoe loopt het af met ridder Roelant?

Slide 22 - Slide

De vragen

4. Op welke historische gebeurtenis is Het Roelantslied gebaseerd? Zoek de informatie op internet. Leg het antwoord uit. Probeer in het antwoord naar de tekst zelf te verwijzen.

5. Het Roelantslied behoort tot de zogenaamde Karelromans. Hoe zie je dat terug in dit verhaal? Noem drie kenmerken en leg die kenmerken uit met behulp van drie fragmenten uit het verhaal.



Slide 23 - Slide

Verdeling boeken H4A
Britt, Abel, Lieke, Jarno, Naomi -> Het Roelandslied
Jurre, Timon, Roan, Daan, Danny -> Gloriant
Sjoerd, Tim, Thijn, Mila, Anna -> Esmoreit
Liv, Noortje, Rapha, Manouk, Eline -> Beatrijs
Jos, Niek, Nick, Marit, Bibi -> Karel ende Elegast
Yolanthe, Vera, Lisa, Toluke, Silke -> Lanseloet van Denemarken

Slide 24 - Slide

Verdeling boeken H4B
Louise, Pien, Jarno, Joshua -> Het Roelandslied
Keira, Isolde, Lisanne, Sanne -> Gloriant
Dennis, Tamar, Armin, Femke -> Esmoreit
Charlotte, Naomi, Benthe, Fleur -> Lanseloet van Denemarken
Jurre, Micha, Willemijn, Manouk -> Karel ende Elegast
Merel, Senna, Prisca, Janneke -> Beatrijs

Slide 25 - Slide