Signaalwoorden

Signaalwoorden
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Signaalwoorden
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 1 - Slide

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'opsomming'?
A
en
B
ook
C
daarna

Slide 2 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo

Slide 3 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 4 - Quiz

'Maar' is een signaalwoord. Bij welk verband hoort dit signaalwoord?
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
tijdsvolgorde
D
opsomming

Slide 5 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
hoewel
D
denk aan

Slide 6 - Quiz

Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen.
B
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
C
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.
D
Woorden die extra informatie geven

Slide 7 - Quiz

Toch
Ook
Evenwel
Daarentegen
Daarnaast
Bovendien
Opsommend tekstverband
Tegenstellend tekstverband

Slide 8 - Drag question

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen

Slide 9 - Quiz

Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    maar

Slide 10 - Drag question



Signaalwoorden van tegenstelling


Signaalwoorden van voorbeeld


Signaalwoorden van opsomming
zo
maar
en
ten eerste
zoals
toch

Slide 11 - Drag question

opsomming
opsomming
ook
tevens
daarna
maar
bovendien

Slide 12 - Drag question