signaalwoorden spel opsomming, tegenstelling, voorbeeld

signaalwoorden spel
Na dit spel heb je de eerste signaalwoorden gezien en gekoppeld aan een tekstverband. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

signaalwoorden spel
Na dit spel heb je de eerste signaalwoorden gezien en gekoppeld aan een tekstverband. 

Slide 1 - Slide

verbanden
Zinnen en alinea's staan niet zomaar achter elkaar. Vaak is er een verband binnen zinnen en/of tussen de zinnen en/of alinea's. 

Verband binnen/tussen zinnen = zinsverband
verband tussen alinea's = alineaverband 

Slide 2 - Slide

signaalwoorden
Vaak wordt een verband aangegeven door een signaalwoord of een groepje signaalwoorden. 

vandaag kijken we naar: uitspraak- opsomming
uitspraak - tegenstelling
uitspraak - voorbeeld

Slide 3 - Slide

tekstverband -> opsomming
Er worden verschillende dingen achter elkaar genoemd.

Je herkent dit verband aan de volgende signaalwoorden:
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen....maar ook, ten eerste , ten tweede 

Slide 4 - Slide

tekstverband -> tegenstelling
Na een uitspraak wordt meteen het tegenovergestelde beweerd.

Je herkent een tegenstelling aan de volgende signaalwoorden:
maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds...anderzijds, daar staat tegenover, hoewel, aan de andere kant...

Slide 5 - Slide

tekstverband -> voorbeeld
Een uitspraak wordt gevolgd door een of meerdere voorbeelden.

Je herkent een voorbeeld aan de volgende signaalwoorden:
bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo, 
neem nu, dat is te zien aan...

Slide 6 - Slide

Het spel
-Elke rij speelt samen
- twee teamcaptains (zitten naast elkaar
- iedereen krijgt +/- twee kaartjes

doel: alle kaartjes moeten verdeeld worden over de volgende tekstverbanden: opsomming, tegenstelling en voorbeeld
!!!zonder erbij te spreken!!! en niet lopen!!

Slide 7 - Slide

Het spel
- We spelen om de beurt
- geen gebruik van boeken of internet
- We spelen om snelheid en het aantal goede antwoorden
- nakijken als alle groepen geweest zijn
- praten tijdens de opdracht levert minpunten op

Slide 8 - Slide

het spel
Elke rij heeft 1 minuut om afspraken te maken;

denk aan: - gebaren (handen, voeten, ogen, knikken etc)

en om de signaalwoorden te leren.

!denk ook aan het leren van de signaalwoorden!

Slide 9 - Slide

Succes!
opsomming

tegenstelling

voorbeeld

Slide 10 - Slide

tekstverband -> opsomming
Er worden verschillende dingen achter elkaar genoemd.

Je herkent dit verband aan de volgende signaalwoorden:
ook, verder, bovendien, nog, daarnaast, niet alleen....maar ook, ten eerste , ten tweede 

Slide 11 - Slide

tekstverband -> tegenstelling
Na een uitspraak wordt meteen het tegenovergestelde beweerd.

Je herkent een tegenstelling aan de volgende signaalwoorden:
maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds...anderzijds, daar staat tegenover

Slide 12 - Slide

tekstverband -> voorbeeld
Een uitspraak wordt gevolgd door een of meerdere voorbeelden.

Je herkent een voorbeeld aan de volgende signaalwoorden:
bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

benodigdheden:
kaartjes met alle tekstverbanden uit het boek
blad waar alle kaartjes op verzameld kunnen worden, zodat er aan het eind geteld kan worden. 
bord: lln bijhouden van score

Slide 15 - Slide