EF 7: Emotieregulatie

1 / 21
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning
  1.  Bekijken van de doelen en het nut van de les
  2. Terugblikken
  3.  Voorkennis activeren
  4.  Theorie emotie regulatie
  5.  Opdracht emoties
  6.  Theorie mindset
  7. Opdracht mindset
  8. Evaluatie

Slide 2 - Slide

Doelen 
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen een vaste mindset en een groeimindset.

Slide 3 - Slide

Nut
Door te weten in welke mindset je zit, kun je aan de hand daarvan kijken wat je kan doen om uitdagingen aan te gaan. Dit heeft weer invloed op je prestaties op school.

Slide 4 - Slide

Terugblikken
1. Welke drie vormen van uitstelgedrag zijn er?
2. Welke 4 dingen hebben invloed op je concentratie?

Slide 5 - Slide

1. Welke emoties herken je?
2. Wat herken je uit deze scene?
3. Heb jij dit weleens meegemaakt met je ouders/verzorgers?
Inside out

Slide 6 - Slide

Wat is emotie regulatie volgens jou?

Slide 7 - Mind map

Emoties onder controle houden noemen we emotie regulatie.

Emoties bepalen hoe we reageren, beïnvloeden beslissingen en bepalen hoe we communiceren. 
 Het doel van emoties reguleren is de intensiteit  van emoties te veranderen. 
Emotie regulatie

Slide 8 - Slide

Heb jij wel eens stress?
Vaak
Soms
Nooit

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Slide

Opdracht emoties
Stap 1: Maak tweetallen.
Stap 2: Haal een envelop met emoties.
Stap 3: Eén van jullie beeld een emotie uit de ander raad de emotie.
Stap 4: Wissel om.
Stap 5: Ga met elkaar in gesprek om te kijken welke emoties je gemakkelijk herkent en welke niet.

Je hebt 10 minuten de tijd
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Wat is een groeimindset denk je?

Slide 12 - Open question

Wat is een vaste mindset denk je?

Slide 13 - Open question

Groei mindset

- Je gelooft dat je dingen kunt leren.
- Je gelooft dat vaardigheden niet vast staan.
- Je kunt beter worden in vaardigheden.

Vaste mindset

- Je gelooft dat je niks kunt leren.
- Je gelooft dat vaardigheden vaststaan en dat je hiermee geboren bent.


Groei mindset
Vaste mindset

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Fixed mindset
Groei mindset
Niemand doet iets voor mij.
Zo ben ik nu eenmaal, ik kan er niets aan veranderen.
Ik ga veranderen, stap voor stap.
Morgen gaat het een stuk beter.
Iedereen kan wiskunde leren.
Iedereen heeft een talenknobbel.
Wat je in je leven kunt, staat vanaf je geboorte al vast.
Als je het echt wilt, kun je altijd beter in iets worden. 
Ik kan het niet.
Dat is niet mijn schuld. 
Iedereen maakt fouten.
Ik kan het nog niet.

Slide 16 - Drag question

Waarom is het chill om een groei mindset te hebben?

Omdat mensen die een groei mindset hebben zich sneller ontwikkelen. Ze gaan uitdagingen aan en proberen zichzelf te verbeteren. 

Een groei mindset betekent niet dat je overal de beste in moet worden. Je bent wel bezig om jezelf te ontwikkelen.
Het succes van een groei mindset

Slide 17 - Slide

Helpende gedachten!

Een helpende gedachte helpt je om positief naar iets te kijken. Helpende gedachten zijn prettig, gewenst, effectief en positief. Als je een niet helpende gedachte in je hoofd hebt, kun je daarvan afkomen door bewust een andere gedachte daarvoor in de plaats te nemen. 


Wat te doen als je in een vaste mindset zit?

Slide 18 - Slide

Opdracht mindset
Op dit formulier staan twee lege hoofden, het ene hoofd is een groeimindset en het tweede hoofd een vaste mindset.
Stap 1: Schrijf 10 gedachten op in het hoofd die passen bij een groei mindset.
stap 2: Schrijf 10 gedachten op in het hoofd die passen bij een vaste mindset.
Stap 3: Omcirkel de gedachten die jij regelmatig heb (minimaal 3).
Stap 4: Bedenk bij de 10 gedachten in de vaste mindset een helpende gedachte.
Je hebt 15 minuten de tijd.
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Wat is het verschil tussen een vaste mindset en een groeimindset?

Slide 20 - Open question

Welke emotie verlaat je de les?

Slide 21 - Slide