werkwoordspelling 1

WELKOM
bij het vak Nederlands

Docent: Annemarie Klok
a.klok@reviaandoorn.nl
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

WELKOM
bij het vak Nederlands

Docent: Annemarie Klok
a.klok@reviaandoorn.nl

Slide 1 - Slide

leestijd
timer
15:00

Slide 2 - Slide

lesdoelen vandaag
- Je leest verder in je boek voor periode 2 of nog uit periode 1 (15 minuten)
- Je kunt de pitch gaan voorbereiden.
- Aan het einde van de les heb je een spellingstest gemaakt om eens te kijken wat je je nog herinnert van de basisschool (40 minuten)

Slide 3 - Slide

Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?

Het vliegtuig (landen) op Sardinië.
A
lant
B
landde
C
land
D
landt

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?

Waarom (blazen) jij die ballon op?
A
blaas
B
blaast
C
blazen
D
blaaz

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?

Emma (verzenden) een e-mail
A
verzend
B
verzendt
C
verzent
D
verzentd

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in deze zin?

Mijn oma (verhuizen) naar een bejaardenhuis.
A
verhuisd
B
verhuizen
C
verhuist
D
verhuiz

Slide 7 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
- rusten -
A
rust
B
ruste
C
rustten
D
rustte

Slide 8 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
- ruiken -
A
ruik
B
rook
C
ruikte
D
roken

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste persoonsvorm in de verleden tijd in deze zin?

De agenten (bevrijden) het jankende hondje uit de snikhete auto.
A
bevrijde
B
bevrijdde
C
bevrijden
D
bevrijdden

Slide 10 - Quiz

0

Slide 11 - Video

Learnbeat
1. Maak de spellingtest:
hf. 12 spelling/12.3 werkwoordspelling/A spellingtest werkwoordspelling


Slide 12 - Slide