Oefentoets Lezen H5 + 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lezen H5 

Het doel van een tekst

Wat is het tekstdoel als de schrijver wil dat je iets te weten komt?

1. activeren
2. amuseren
3. informeren
4. overtuigen

…

[1] Het gaat opeens snel met de gewezen hond. De ontdekking dat de doorsnee hond wel wat kan beginnen met wijzende vingers, armen of ogen is van recente datum. En nu komt daar een nuancering bij: honden blijken de wijzende mens kritisch te bekijken, met een persoonlijk kwaliteitsoordeel over de richtinggever. Japanse onderzoekers tonen dat met een onderzoek aan.

[2] Honden volgen graag zwijgende aanwijzingen op naar verborgen, waardevolle dingen in een hondenleven – inderdaad hapjes. Maar als een aanwijzer er een rommeltje van maakt, bijvoorbeeld met verkeerd gebleken gebaren, wordt hij door hen snel en consequent genegeerd. Dan kiezen de viervoeters zelfstandig waar ze moeten zoeken om iets lekkers te vinden.

[3] Honden wijzen zelf trouwens ook; domme baasjes die vergeten lijken te zijn dat er iets lekkers op het aanrecht staat, of dat een bepaalde wandelrichting leuker is, wijzen daarop. Desnoods herhaaldelijk, met de ogen.

Naar: NRC, 26 februari 2015

Lees onderstaande tekst. Je hebt de tekst ook op papier gekregen.

Wat is de meest geschikte titel voor tekst 1?

1. De gewezen hond is kritisch
2. De relatie tussen hond en baas
3. Honden vinden zichzelf betrouwbaar
4. Honden zijn slimmer dan gedacht

Wat is in een hondenleven erg belangrijk?

In alinea 3 staat het zinsgedeelte: ‘Honden wijzen zelf trouwens ook;’. Welk signaalwoord kun je invullen in plaats van ; (puntkomma) ?

1. bijvoorbeeld
2. bovendien
3. echter
4. nadat

Welk synoniem voor het woord ‘hond’ wordt in de tekst gebruikt?

Wat is het tekstdoel?

1. een amuserende tekst met informerende elementen
2. een informerende tekst met activerende elementen
3. een overtuigende tekst met activerende elementen
4. een overtuigende tekst met informerende elementen

Waarom heeft deze tekst geen echt slot?

In welke alinea vind je de hoofdgedachte?

1. alinea 1
2. alinea 2
3. alinea 3
4. de hoofdgedachte ontbreekt

Lezen H6 

Tekst en beeld

Illustraties bij een tekst zijn bedoeld om …

A aandacht te trekken.                                 D informatie uit de tekst te verduidelijken.

B de tekst te verfraaien.                               E nieuwe informatie te geven.

C informatie uit de tekst aan te vullen.    F ruimte op te vullen.

Lees tekst 2. 

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. het blauw van vogelspinnen
2. kleuren van vogelspinnen
3. kobaltblauwe spin uit India
4. Poecilotheri metallica

Waarom wordt de vogelspin in alinea 1 vergeleken met een rockster? Leg je antwoord uit.

Wat is het verband tussen de laatste zin van alinea 4 en de zin ervoor?

1. De laatste zin is een aanvulling van de zin ervoor.
2. De laatste zin is een tegenstelling met de zin ervoor.
3. De laatste zin is een verklaring van de zin ervoor.
4. Geen van bovenstaande antwoorden is goed.

Onbeantwoord blijft de vraag: voor wie of waarvoor is de vogelspin zo blauw?
(al. 5) Waarom gebruikt de schrijver de woorden ‘voor wie of waarvoor’?

Alinea 6 begint met de vraag: ‘Onbeantwoord blijft de vraag: voor wie of waarvoor is de vogelspin zo blauw?’ Welk signaalwoord zou je aan deze vraag kunnen toevoegen?

1. dus
2. echter
3. immers
4. ten slotte

Wat is het belangrijkste doel van de afbeelding bij de tekst?

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

1. Blauw is zeldzaam in de natuur: het komt nauwelijks voor.
2. Een vogelspin kan zijn prachtige blauw zelf niet zien.
3. Het blijft tot nu toe onduidelijk waarom een vogelspin soms blauw is.
4. Tot nu toe komt het blauw van vogelspinnen steeds terug in de evolutie.

Ik ben klaar voor de repetitie van Lezen H4, H5, H6

😒🙁😐🙂😃

Heb je nog iets van mij nodig? Uitleg/oefening, etc.