Herhaling thema 11

Herhaling thema 11
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling thema 11

Slide 1 - Slide

Enzymen
Stoffen die worden omgezet in andere stoffen= (scheikundige) Reactie
Bijvoorbeeld: Verbranding, assimilatie en fotosynthese

Stoffen die helpen bij deze reacties= enzymen

1 Enzym doet maar 1 reactie!!

Slide 2 - Slide

Enzymactiviteit
De enzym activiteit is afhankelijk van 
- temperatuur
- zuurgraad
Hierbij hoort een optimumkromme met een minimum, een maximum en een optimum
Optimumtemperatuur= temp waar het enzym het beste werkt

Slide 3 - Slide

Een enzym die boven zijn max temperatuur komt veranderd, 


deze verandering
is blijvend, net als een ei
Veranderd

Slide 4 - Slide

Voedsel conserveren

Slide 5 - Slide

Voedsel conserveren door andere stoffen 
Kunstmatige conserveermiddelen, bvb sulfiet in frisdrank
Soms worden er extra stoffen toegevoegd om het eten aantrekkelijker te maken:
  1. Geurstoffen
  2. Kleurstoffen
  3. Smaakstoffen
Dit zijn allemaal additieven, te veel is slecht voor je

Slide 6 - Slide

Vier groepen voedingsstoffen
Er zijn vier hoofdgroepen voedingsstoffen.

  1. Bouwstoffen
  2. Brandstoffen
  3. Reservestoffen
  4. Beschermende stoffen. 

Slide 7 - Slide

De 6 groepen voedingsstoffen

Slide 8 - Slide

Vetten
Vetten zijn een brandstof en bouwstof. 
Teveel--> opgeslagen als reservestof (Onderhuidse vetlaag)

Onverzadigde vetten: gezond (vaak in planten)
Verzadigde vetten: ongezond (vaak in dieren), krijg je meer vet van

Slide 9 - Slide

Het verterings-
stelsel

Voedsel wordt verkleind
en opgenomen in het bloed
= verteren

Niet alle voedingsstoffen 
moeten worden verteerd!



Slide 10 - Slide

Verteringssappen
Vertering gebeurt met verteringssappen. Die verteringssappen worden gemaakt in de verteringsklieren: zie afb. hiernaast

Veel verteringssappen bevatten enzymen, zijn stoffen die de reactie versnellen, voedingsstoffen worden sneller afgebroken. 


Slide 11 - Slide

De 6 groepen voedingsstoffen

Slide 12 - Slide

Darmperistaltiek
In de wand van de darm zitten spieren
Lengte spieren, zitten in de lengte
Kringspieren zitten eromheen

Deze spieren samen vormen een 
peristaltische beweging 

Slide 13 - Slide

Speeksel
Speeksel bevat onder andere enzymen en het 
maakt de voedselbrij slijmerig.

Speeksel wordt gevormd in de speekselklieren

De enzymen in speeksel breken zetmeel af.

Ook is het speeksel bacteriedodend.

Slide 14 - Slide

Lever, galblaas, twaalfvingerige darm en alvleesklier
In de twaalfvingerigedarm komen de sappen van de lever en de alvleesklier

De lever maakt gal aan, wordt opgeslagen in de galblaas
De alvleesklier maakt alvleeskliersap


Slide 15 - Slide

Emulgeren
Gal verdeelt grote vetdruppels in kleinere vetdruppels= emulgeren
De oppervlakte van de vetdruppels 
worden vergroot zodat de 
verteringssappen sneller 
kunnen werken

Slide 16 - Slide

Blinde darm
De overgang van de dunne darm naar de dikke darm noemen we de blinde darm.

Bij een blinde darm ontsteking is het wormvormige aanhangsel ontstoken. De blinde darm heeft geen functie.

Slide 17 - Slide

Dikke darm

  • Dikke darm: haalt water uit de "voedselbrij"
  • Wat gebeurt er als er te weinig water uit het eten wordt gehaald?

Slide 18 - Slide

Bouw van het gebit

Slide 19 - Slide

Verschillende gebitten
Herbivoor = planten eter
Omnivoor = alles eter
Carnivoor = vlees eter

Slide 20 - Slide

Verzorging van het gebit
Tandbederf: aantasting van het gebit door tandplak
Een dun laagje aanslag dat iedere dag op je tanden blijft zitten
(Bestaat uit bacteriën)
--> die breken suiker af in zuur
--> aantasting van het glazuur

Tanderosie: aantasting door zuur

Slide 21 - Slide

Alleseters
Knobbelkiezen: knobbelig oppervlakte, eten wordt fijngemalen

Hoektanden iets puntiger dan de snijtanden

Slide 22 - Slide