-Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
-Je kunt de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel.
-Je kunt (met hulp) een onderzoeksvraag formuleren.
-Je kunt een hypothese formuleren.
-Je kunt de bouw en functies van de huid beschrijven.
-Je kunt benoemen hoe je verschillende geuren ruikt.
-Je kunt benoemen hoe je verschillende smaken proeft.
Vandaag de eerste twee.