What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammar A1/A2 FIX les 2
Grammar A1/A2 FIX les 2
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Engels
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammar A1/A2 FIX les 2
Slide 1 - Slide
Welcome dear students
For today:
- Simple present / Present simple
- Blooket => Simple present
- Subject pronouns
- Object pronouns
- Possessive pronouns
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
PRONOUNS
Slide 6 - Slide
Pronouns
Personal pronouns
(persoonlijk voornaamwoorden) gebruik je om naar iemand te refereren of te wijzen.
Als je wilt uitdrukken dat iets van jou (of van iemand anders) is, kun je
possessive pronouns
(bezittelijke voornaamwoorden) gebruiken.
Slide 7 - Slide
Personal Pronouns
Bepaal of het persoonlijk voornaamwoord het
onderwerp
van de zin is of het
lijdend voorwerp
of
meewerkend voorwerp
is.
Bepaal of je een
enkelvoudsvorm
of
meervoudsvorm
moet gebruiken.
Bepaal welk persoonlijk voornaamwoord je precies moet gebruiken.
Slide 8 - Slide
Example
I
like Bart.
You
must listen.
She
is nice.
We are waiting for
him
.
Can you help
us
?
I won't buy
them
.
Slide 9 - Slide
Maak een zin met een Personal Ponoun.
Slide 10 - Open question
Wanneer gebruik je een possessive?
A
Om te zeggen dat iets van iemand is
B
Om te zeggen dat iets ergens bijhoort
Slide 11 - Quiz
Possessive pronouns
Bepaal of het
bezittelijk voornaamwoord vóór het zelfstandig naamwoord
waarnaar het verwijst in de zin staat of dat dat
niet
zo is.
Bepaal of je een
enkelvoudsvorm
of
meervoudsvorm
moet gebruiken.
Bepaal welk bezittelijk voornaam woord je precies moet gebruiken.
Slide 12 - Slide
Example
She's
my
friend.
Is that
her
house?
This was
our
idea.
She's a friend of
mine
.
Are both red cars
yours
?
I'm a colleague of
theirs
.
Slide 13 - Slide
She-
He-
It
They
We
You
You and Tom
You and me
My family
That book
My brother and I
John and Diana
His parents
You and your team
Elisabeth
My uncle
Slide 14 - Drag question
Maak een zin met een Possessive Pronoun.
Slide 15 - Open question
I am Patrick
A
Personal Pronoun
B
Possessive pronoun
Slide 16 - Quiz
Yes, that's me on that picture.
A
Personal Pronoun
B
Possessive Pronoun
Slide 17 - Quiz
I like to wear my green jacket on pictures, because that jacket is mine.
A
Personal Pronoun
B
Possessive Pronoun
Slide 18 - Quiz
Pronoun als je wel een zelfstandig naamwoord hebt
Pronoun die je gebruikt als er geen zelfstanding naamwoord is
My
Your
His/Her
Mine
Yours
His/hers
Slide 19 - Drag question
Do you like him?
A
Personal Pronoun
B
Posessive Pronoun
Slide 20 - Quiz
Have you ever been to our place?
A
Personal Pronoun
B
Possessive Pronoun
Slide 21 - Quiz
Do you like his glasses?
A
Personal Pronouns
B
Possessive Pronouns
Slide 22 - Quiz
Answer
Her
name is Claire.
She
likes to go shopping.
She will take
her
dog Brutus to the doctor tomorrow, because
it
is ill.
Slide 23 - Slide
Vul de juiste pronouns in.
Tim and Philip are on ...... way to ...... (onze) city. Is Tim ...... (jou) brother, Grace?
Slide 24 - Open question
Answer
Tim and Philip are on
their
way to
our
city.
Is Tim
your
brother, Grace?
Slide 25 - Slide
Complete these sentences.
1: (haar)..... book is great
2: It is .....(van haar)
Slide 26 - Open question
The Past Simple
Bij regelmatige ww
Bij onregelmatige ww
altijd het
hele WW + ed
Je gebruikt de Past Simple als je zeker
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en
nu afgelopen is.
2e rij (Past Simple)
Slide 27 - Slide
Vragen en ontkenningen
Bij
alle
werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:
Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord
Slide 28 - Slide
Past simple regular verbs
Past simple irregular verbs
swim
walk
drink
cook
give
have
see
catch
call
put
Slide 29 - Drag question
Choose the correct Past Simple form:
Nancy ....... with her friends yesterday.
A
has played
B
played
C
plaied
D
did played
Slide 30 - Quiz
Choose the correct Past Simple form:
Famke Louise ...... another bad concert last night.
A
haved
B
gived
C
has done
D
gave
Slide 31 - Quiz
Choose the correct Past Simple form:
Miss vd Valk ....... me how to use the Past Simple yesterday.
A
teached
B
taughted
C
taught
D
teaches
Slide 32 - Quiz
Choose the correct Past Simple form:
NAC ........ young Ajax last week. They lost the match.
A
defeat
B
defeated
C
defeats
D
defeateds
Slide 33 - Quiz
Choose the correct Past Simple form:
...... see that movie last night?
A
Did you see?
B
Did you seed?
C
Did you saw?
D
Did you seeing?
Slide 34 - Quiz
Choose the correct Past Simple form:
Where ..... those shoes?
A
Did he buy?
B
Did he bought?
C
Bought he?
D
Buyed he?
Slide 35 - Quiz
Homework
Work on Chapter 2 Making sentences with pronouns/ Phrases in FIX Engels.
Slide 36 - Slide
More lessons like this
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
December 2024
- Lesson with
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Possessive pronouns
March 2024
- Lesson with
19 slides
by
Quiz!
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Quiz!
Past Simple
June 2022
- Lesson with
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Past Simple
June 2022
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3
Persoonlijke voornaamwoorden uitleg en oefeningen
December 2024
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Persoonlijke voornaamwoorden zelfstandig oefenen
December 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Past Simple Questions & Negations
June 2022
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
2 HV Possessive & personal pronoun
September 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2