Daken klas 1 - oefentoets niveau 2

Oefentoets dakwerk
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BouwkundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefentoets dakwerk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • 12 dakwerk foto's 
  • We gaan 28 vragen maken over dakwerk. 
  • Het is een check voor de toets!
  • Succes!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

TENGELS: latten in de richting van de dakhelling
PANLATTEN: horizontale latten waaraan dakpannen met hun nokken kunnen worden opgehangen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vogelschroot

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

1. Aluminium daktrim 3. mastiek strook 7. Scheggen 8. dampremmende laag

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Let's Go!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Dit dak heeft geen noklijn
A
Zadeldak
B
Mansardedak
C
Tentdak
D
Schilddak

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bij een sporenkap lopen de houten balken (de sporen) van de nok tot de dakvoet, dus verticaal.
A
Waar
B
Niet waar
C
Schuin
D
Diagonaal

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Op welke dingen moet je letten als je wil dat een plat dak lang meegaat?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Kilkeper
Hoekkeper

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Nokvorst
Ruiter
Ondervorst

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Een ruiter is een plank die boven op de nokgording zit om nokvorsten te bevestigen
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

mastgoot
bakgoot
hoekgoot
blokgoot

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

een dampremmende laag pas je toe in de dakdoorsnede

A
aan de warme kant van de constructie, dus bij het plafond
B
aan de koude kant van de constructie, dus bij de dakpannen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een kap met houten balken evenwijdig aan de nok / goot heet:
A
Sporenkap
B
Gordingenkap

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

ondergrond voor bevestigen van dakbedekking, isolatie en afwerking van de zolderverdieping
open raamwerk of plank die op de nokgording zit om nokvorsten te bevestigen
latten op het dakbeschot in de richting van de dakhelling
Ruiter 
Dakschild 
Tengel

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions


A
scharnierdak
B
sandwich-element

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

WARM
OMGEKEERD
KOUD

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Extensief groen dak is een dak met een gras(gazon), sierstruiken en bomen (groter dan) ( > 15 cm)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Kilgoten zijn goten BUITEN de gevel
A
Ja
B
Nee, goten BINNEN de gevel
C
Nee, goten OP de gevel

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Zakgoten zijn goten achter bv de hoge kant van een schoorsteen of achter een dakdoorbreking.
A
Waar
B
Niet waar = zalinggoot
C
Niet waar = kilgoot
D
Niet waar = verholen goot

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

gootklossen
vogelschroot
muurplaat

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

De verholen goot ligt vaak voor een deel onder de dakpannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

goot bij de aansluiting van een dakvlak op een opgaande gevel of naast een dakkapel
Pannenlijn = denkbeeldige lijn in de holten van de pannen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Verschil tussen kil- en zakgoot is dat een kilgoot schuin naar beneden loopt en een zakgoot horizontaal
A
Waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

zak: aan de onderkant, tussen twee hellende vlakken
kil: schuine goot op de inwendige hoek bij ontmoetende dakvlakken
Ondervorst is een buigzame brede strook kunststof onder de nokpannen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Om te voorkomen dat het water over de dakrand stroomt als de waterafvoer niet werkt gebruik je ...
A
scheggen
B
spuwers

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Hoe groot moet het afschot zijn van een plat dak?
A
minimaal 15 mm per meter
B
minimaal 120mm

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Lange levensduur en lage onderhoudskosten zijn voordelen van bitumen dakbedekking.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zorg je ervoor dat dit niet gebeurd met je platte dak?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Hier zie je twee
A
Kilkepers
B
Hoekkepers

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

een muurplaat kun je op 2 manieren monteren.

Slide 42 - Open question

muur en dakvoet
hoe heet dit kaptype?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

een kilkeper bevindt zich bij een … hoek tussen twee schuine dakvlakken
A
inwendige
B
uitwendige

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Bij een gordingenkap worden de gordingen ondersteund door:
A
nokgording en muurplaat
B
topgevels, tussenmuren of spanten

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Bij een koud-dak zit de isolatie ???
A
Bovenop het dakbeschot
B
hangt 20 cm onder het plafond.
C
Onder het dakbeschot.
D
Bestaat niet.

Slide 46 - Quiz

voorkant trede - voorkant trede

einde


Einde

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Vervolg les
  • Eindopdrachten concreet 
  • Tekeningen
  • Stappenplannen
  • Voortgangstoets (Hertoets)
  • Portfolio aanvullen

Slide 48 - Slide

This item has no instructions