11.4 Waterkracht

• Natuurkunde
• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 4

11.4 Waterkracht

Kader in de kring

Basis beginnen met lezen en maken 

paragraaf 5 - Warmtetransport (bladzijde 179)

• Herhaling H11.3 Windenergie
  
• Uitleg H11.4 Waterkracht
  
• Zelfstandig werken (25 min)
  
• Afsluiting (5 min) 

11.4 Waterkracht

Welkom 

Zwaarte energie

E_{z =} m · g · h

• E_z = zwaarte energie in Joule (J)
• m = massa in kilogram (kg)
• g geeft aan hoe hard er aan elke kg wordt getrokken (gravitatie) g = altijd 10!
• op aarde is dit afgerond 10 N/kg
• h = hoogte in meter (m)

Oefenvraag

Een schooltas met een massa van 3,5 kg wordt anderhalve meter opgetild. Bereken hoeveel zwaarte energie deze schooltas heeft gekregen.

Oplossing

1.  Gegeven: m= 3,5 kg, g=10, h=1,5 meter
2. Gevraagd: zwaarte energie E_z
3. Formule: E_z = m×g×h
4. Berekening: E_z = 3,5×10×1,5 = 52,5 J

Oefenvraag

Door een waterkrachtcentrale stroomt elke seconde 600 m3 water. Het hoogteverschil tussen het waterniveau voor en na de dam is 80 m.

Bereken hoeveel zwaarte-energie de centrale per seconde verbruikt. Zoek eerst de dichtheid van water op in Binas.

Uitwerking

1. Gegeven V = 600 m₃,  ρ = 1,00 g/cm₃ = 1000 kg/m_3, h = 80 m,   g = 10 N/kg
2. Gevraagd: Ez = ? J
3. Formule: Ez = m×g×h        en          m = ρ ∙ V
4. Uitwerking: m = ρ ∙ V = 1000 × 600 = 600.000 kg
                             E_z = m ∙ g ∙ h = 600.000 × 10 × 80 = 480.000.000 J = 480 MJ
   
   

Zwaarte-energie en bewegingsenergie

Zwaarte-energie en bewegingsenergie

Met Ez = m x g x h bereken je.....

1. de zwaartekracht
2. de zwaarte energie
3. de hoogte
4. de massa

Vul het ontbrekende woord in:
In een dynamo wordt .......... energie omgezet in elektrische energie!

1. chemische
2. bewegings
3. elektrische

Fossiele energie is chemische energie, maar wat is geen fossiele energie in dit rijtje?

1. Aardgas
2. Biogas
3. Aardolie
4. Steenkool

Huiswerk

Basis:

Lezen paragraaf 5 - Warmtetransport (blz 179)

Maken paragraaf 6.5

Kader:

H11 paragraaf 4 lezen (blz 169)

Maken opdracht 1 t/m 13 (blz 173)