2.2 Beschikbaarheid van water

2.2 Beschikbaarheid van water
Is er voldoende water beschikbaar in Spanje en Nederland, bijvoorbeeld voor landbouw en toerisme
1 / 32
next
Slide 1: Slide
aardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

2.2 Beschikbaarheid van water
Is er voldoende water beschikbaar in Spanje en Nederland, bijvoorbeeld voor landbouw en toerisme

Slide 1 - Slide

2.1 Weer en klimaat Europa
3 verschijnselen:
  • Depressies vanuit de Atlantische oceaan
  • Hogedrukgebied bij de Azoren
  • Tijdelijke hogedrukgebieden boven Europa (vaak ´s winters)

Slide 2 - Slide

Waarom is het in Spanje warmer dan in Nederland?
  1. Breedteligging is lager dus de invalshoek van de zon is groter 
  2. Azoren-hogedrukgebied (dalende lucht, wolken lossen op) zorgt voor hete en droge zomers in grote delen van Spanje. 





Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

verwoestijning

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Nuttige neerslag = Het verschil tussen de hoeveelheid neerslag en de verdamping in een gebied (dus de neerslag minus de verdamping).
Waterbalans

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Tweedeling in de landbouw
  • Landbouw zonder irrigatie
  • Landbouw met irrigatie
Nadeel irrigatie
Verzilting = De toename van het zoutgehalte in de bodem.

Voorkomen:
  • Drainage
  • Druppelirrigatie

Slide 11 - Slide

verzilting

Slide 12 - Slide

druppelirrigatie

Slide 13 - Slide

druppelirrigatie

Slide 14 - Slide

Mare Plastico
De vlakke kuststrook rondom Almeria wordt Mare Plastico genoemd omdat er veel groenten en tomaten worden gekweekt in grote plastic kassen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

irrigatie in Spanje: kanalen aanleggen van plekken met genoeg water ( bv aftappen van een rivier of stuwmeer) naar plekken met te weinig water.

Slide 17 - Slide

Opgedroogd stuwmeer

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Toerime: verdroging
Grote watervraag:
  • water uit stuwmeren
  • grondwater
Gevolg: verdroging

Slide 20 - Slide

Lezen en verwerken
Lezen paragraaf 2.2
maken opgave 4, 5 en 6

Klaar? maken 1 en 3

Slide 21 - Slide

De klimaatgrafiek hoort bij
A
gematigd landklimaat
B
gematigd zeeklimaat
C
middellands zeeklimaat
D
toendraklimaat

Slide 22 - Quiz

Bij welk klimaat past deze grafiek?
A
Tropisch regenwoudklimaat
B
Savanneklimaat
C
Steppeklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 23 - Quiz

Toendra
Hooggebergte
Steppe
Gematigd zeeklimaat
MZ klimaat
Landklimaat
Savanne
Tropisch regenwoud

Slide 24 - Drag question

Plaats de juiste omschrijving op de juiste plek
Zonnig
Weinig wind
Veel wind
Bewolkt / neerslag

Slide 25 - Drag question

De klimaatgrafiek hoort bij
A
landklimaat
B
zeeklimaat
C
middellands zeeklimaat
D
toendraklimaat

Slide 26 - Quiz


Welk klimaat is dit?
A
Savanneklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Gematigd Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 27 - Quiz

Welke temperatuurfactor is dit?
A
breedteligging
B
hoogteligging
C
loef/lijzijde
D
gesteldheid aardoppervlak

Slide 28 - Quiz

Deze foto gaat over:
A
Zonnestraling en invalshoek
B
Breedteligging en klimaat
C
Klimaat en neerslag
D
Breedteligging en invalshoek

Slide 29 - Quiz

Welk klimaat heeft het grootste verschil tussen zomertemperatuur en wintertemperatuur?
A
hooggebergteklimaat
B
landklimaat
C
mediterraan klimaat
D
toendraklimaat

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video

Slide 32 - Link