Thema 2: BS 3 cellen

Welkom!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Oefenen 
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Galgje
Speel met je buurman/buurvrouw galgje.

Raad je het woord? Leg het antwoord 
dan uit.


timer
5:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
  • Je kunt delen van dierlijke cellen benoemen met hun   kenmerken en functies.

Slide 5 - Slide

BS 3: Cellen

Slide 6 - Slide

Van organisme naar cel

Slide 7 - Slide

Cellen
Cellen zijn de bouwstenen van een organisme.
Cellen kun je alleen onder de microscoop zien.

Je lichaam bestaat uit 30 biljoen cellen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Dierlijke cellen
Cytoplasma: dikke vloeistof in de cel.
Celmembraan: dun vlies wat de cel bij elkaar
houdt.
Celkern: regelcentrum van de cel.
Kernmembraan: de buitenkant van de 
celkern.

Slide 10 - Slide

Verschillende typen
De vorm heeft te maken met functie.
- Welke cellen zijn dit?
- Waarom hebben ze deze vorm?


Slide 11 - Slide

Plantaardige cellen

Slide 12 - Slide

Plantaardige cellen
Celwand: zorgt voor stevigheid.
Vacuole: blaasje gevuld met vocht. Opslag van
stoffen en stevigheid.
Plastiden: Korrels met een speciale functie.

Slide 13 - Slide

Plastiden
- Bladgroenkorrels

- Groene delen van de plant.
- Fotosynthese

Slide 14 - Slide

Plastiden
- Kleurstofkorrels

- Bloemen en vruchten
- Geven de opvallende kleur

Slide 15 - Slide

Plastiden
- Zetmeelkorrels

- Zitten in bijv. aardappels
- Slaan zetmeel op

Slide 16 - Slide

Denk je dat een bladgroenkorrel kan veranderen in een kleurstofkorrel? waarom wel/waarom niet?

Slide 17 - Slide

Plastiden kunnen overgaan

Slide 18 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Maak opdracht 1 t/m 6 (blz. 110)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Werk door met opdracht 7 en 8

Slide 20 - Slide