This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhalingsles blok 3 & 4
Slide 1 - Slide
Post verwerken is een administratieve taak?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Welke omschrijving past het best bij de werkzaamheden die men verricht in een postkamer?
A
Post in de brievenbus doen
B
Post bezorgen bij mensen thuis
C
Het verwerken van inkomende en uitgaande post
D
Post sorteren op formaat of gewicht
Slide 3 - Quiz
Wanneer gebruik je het telefoonalfabet?
A
Als je cijfers correct wilt noteren
B
Als je duidelijker wilt praten aan de telefoon
C
Als iemand gehoorproblemen heeft
D
Als je een naam correct wilt spellen/noteren voor een ander
Slide 4 - Quiz
Telefoonalfabet: V staat voor
A
Victor
B
Valentijn
C
Vincent
D
Vis
Slide 5 - Quiz
Hoe spel je de volgende naam volgens het nationale telefoonalfabet? Pieters
A
Pieter Isac Eddie Theo Eddie Rudolf Simon
B
Pieter Izaäk Eddie Theo Eddie Rudolf Siebe
C
Pieter Izaäk Eduard Theo Eduard Rudolf Simon
D
Pieter Izaäk Eduard Theodoor Eduard Rudolf Simon
Slide 6 - Quiz
Wat betekent: plannen
A
Dit zegt iets over hoe goed of hoe slecht iets is.
B
je kan dit woord gebruiken als je iemand wil overtuigen
C
de keer dat iemand iets voor iemand anders doet
D
Bepalen:
wat je gaat doen
hoe je het gaat doen
wanneer je het gaat doen
Slide 7 - Quiz
Waarom is plannen belangrijk?
Les: Plannen en
organisere
A
Plannen geeft je een overzicht van al je taken.
B
Een deeltaak
C
Het zorgt voor meer stress
D
Het is het opdelen van grote taken.
Slide 8 - Quiz
Wat zijn voordelen van Social Media?
Slide 9 - Mind map
Wat zijn nadelen van social media?
Slide 10 - Mind map
Veel webshops zijn ook actief op social media. In onderstaande tabel staan een aantal voorbeelden waarvoor je social media kunt gebruiken. Weet jij welke soort social media je hier het beste voor kunt kiezen? Sleep de social media naar de juiste voorbeelden.
Om producten van je webshop te laten zien
Om nieuwe producten te laten zien
Om op een snelle en korte manier acties aan te kondigen
Om je bedrijf te promoten met filmpjes
Voor informatie over je bedrijf
Facebook
Instagram
Pinterest
Twitter
YouTube
Slide 11 - Drag question
Waarom registreren we inkomende post?
A
Om na te gaan of post is aangekomen.
B
Om spam te voorkomen.
C
Om klanten tevreden te houden.
D
Om na te gaan wie het heeft behandeld.
Slide 12 - Quiz
Wat is frankeren
A
De post voorzien van een postzegel
B
De post registreren
C
De post naar het postkantoor brengen
D
De post sorteren
Slide 13 - Quiz
Ingekomen post verwerk je volgens zes stappen. Wat is de juiste volgorde?
Datumstempel op de poststukken zetten
Post openen die geopend mag worden
Post sorteren
Poststukken registreren
Post verspreiden
Vertrouwelijke en persoonlijke post apart leggen.
Slide 14 - Drag question
Je stuurt een mail naar een grote groep mensen. De mailadressen mogen niet zichtbaar zijn. Waar zet je de adressen?
A
aan:
B
bcc:
C
cc:
D
dcc:
Slide 15 - Quiz
Wat is een telefoonnotitie?
A
Een formulier waarop je hoofdzaken van een telefoongesprek kunt noteren
B
Een hulpmiddel om snel een beller te kunnen doorverbinden
C
Een memo waarop staat dat je ook een bepaalde tijd iemand moet bellen
D
Een plakpapier dat je gebruikt om op te schrijven welke personen hebben gebeld
Slide 16 - Quiz
complimentcard
formulier
memo
notitie
aantekeningen die je maakt voor jezelf op werk
brief waarop bepaalde gegevens staan voorgedrukt en je alleen het noodzakelijke moet invullen
schriftelijke medeling aan een of meer personen die je alleen gebruikt voor internet correspondentie
voorgedrukt kaartje met daarop een lijst mogelijkheden waarvan je er een kan aankruisen
Slide 17 - Drag question
Een kolom
is 1 vakje
Gaat van links naar rechts
Gaat van boven naar beneden
Slide 18 - Poll
Hoeveel kost het om een Aangetekende brief 45 gram, online gefrankeerd te versturen?
A
€ 1,62
B
€ 8,45
C
€ 8,00
D
€ 14,45
Slide 19 - Quiz
Welke begrip hoort bij deze social media afbeelding?
A
Microblog
B
Social media zakelijk
C
Videosite
D
Weblog
Slide 20 - Quiz
Als je een brief verstuurt, zet je daar altijd de geadresseerde op.
Wie is de geadresseerde?
A
Degene naar wie de brief gaat
B
Degene van wie de brief afkomstig is
C
Degene die de brief heeft geschreven
Slide 21 - Quiz
5 minuten pauze
Slide 22 - Slide
Wie heeft er wel eens te maken gehad met klachten?
Slide 23 - Mind map
Wat gaan we doen?
- Groepjes maken (3 pers.)
- Oefenen ( 20 min)
- Klassikaal voor doen ( 15 min)
Slide 24 - Slide
5 minuten pauze
Slide 25 - Slide
Achterstanden bijwerken
Inleveren: Blok 4 - 10.1, 10.2, 16.1, 16.2 en 22.2.
Klaar? bezig voor ander vak of samenvatten d.m.v. checklist.