SBO - RE-Spect, Opnieuw kijken!

1 / 47
next
Slide 1: Slide
BurgerschapsonderwijsBurgerschapskundeBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 47 slides, with text slides.

Introduction

Deze les gaat over de oorspronkelijke betekenis van het woord Respect. Respect komt van het Latijnse Respectus, vrij vertaald: Re = opnieuw, Spectare = kijken! Tegenwoordig kent het woord vele interpretaties. En dat is nu precies waarom het zo ingewikkeld en tegelijkertijd zo boeiend is om hierover in gesprek te gaan. Als we het hebben over ‘respect’ dan is dat vooral het ‘waarderen’ van iemands mening, normen en waarden, de verschillen die er zijn naast elkaar laten bestaan en elkaar tolereren. Maar respect zou toch eigenlijk een stap verder moeten gaan. Respect is Actief! Respect is van elkaar leren en durven onderzoeken of jouw mening nog wel bij je past. Respect is opnieuw durven kijken naar jezelf, je eigen meningen en dat ook in het licht van de ander kunnen zien. In deze les gaan jullie aan de slag met de vaardigheden die je nodig hebt om opnieuw te kunnen kijken. Uiteraard heb je als leerkracht de mogelijkheid om aanpassingen te doen die passen bij je groep. Zo kun je ervoor kiezen om slides weg te halen. Ook kun je slides toevoegen. Gebruik hiervoor de laatste slide; deze is leeg. Succes!

Instructions

Deze DenkPlaat bevat vijf delen. De DenkPlaat begint bij Start. Volg vanaf daar het pad met de opdrachten tot aan het eind. We hebben de les zo ingedeeld dat je hem in delen kan doen verdeeld over meerdere lessen. De slides leiden je er stap voor stap doorheen.

Nodig: Denkplaat per 4 leerlingen, werkblad per leerling.
Plus ieder een schaar en een pen.

Veel succes en plezier!

Doel van de les    
Kritisch en onderbouwd kunnen kijken naar jezelf en je eigen mening.

Werkvormen   
Klassikaal, in groepjes en individueel.

Competenties/ vaardigheden   
Zelfkennis, empathie, visie, oordeelsvorming, algemene ontwikkeling, kritisch, samenwerken, gesprek voeren, omgevingsbewust zijn, kritisch, analytisch.

Worksheets

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Introductie
Deze les gaat over de oorspronkelijke betekenis van het woord Respect.
Respect komt van het Latijnse Respectus. Vrij vertaald: Re = opnieuw, Spectare = kijken!

Respect is dus naar elkaar kijken, van elkaar leren en durven onderzoeken of jouw mening nog wel bij je past. Respect is opnieuw durven kijken naar jezelf, je eigen meningen en dat ook in het licht van de ander kunnen zien.

Hoe doe je dat?

In deze les gaan we aan de slag met de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om opnieuw te kunnen kijken.

LET OP:
Deze les biedt je als leerkracht de mogelijkheid om zelf aanpassingen te doen die passen bij je groep. Zo kun je ervoor kiezen om slides weg te halen. Als het niet bij jouw groep past.
Ook kun je slides toevoegen. Gebruik hiervoor de laatste slide; deze is leeg.
Succes!

Slide 2 - Slide

Vooraf:
Deze slide is bedoeld als brainstorm over de betekenis van het woord Respect.
Er zijn geen goede en geen foute antwoorden.

BRAINSTROM

Schrijf het woord 'respect' op het bord. Vraag de leerlingen wat zij denken dat het woord betekent. Wat betekent het voor hen?

Begin bijvoorbeeld met de algemene vraag: "Wat is respect volgens jullie?".

Je zult merken dat er misschien best wat sociaal wenselijke antwoorden komen: “Netjes gedragen”, “Doe niet dit en doe niet dat”, misschien zelfs het klassieke “Opstaan voor oude dames in de bus”.

Zijn dit de antwoorden die we zoeken? Vinden we dit echt?
Of is respect eigenlijk voor iedereen weer anders?

Slide 3 - Slide

Vooraf:
Deze slide legt de herkomst van het woord Respect uit. Praat vervolgens met elkaar over de betekenis en het gebruik van het woord.


Terug naar de herkomst...
Respect is een woord met veel betekenis. Het wordt gebruikt door jong en oud en wat voor de één respectvol is, hoeft dat niet voor de ander te zijn.

Maar wist je dat RE in het Latijn 'opnieuw' betekent en SPECT 'kijken'? Letterlijk zou je kunnen zeggen dat respect betekent: een situatie opnieuw of met andere ogen bekijken.

Vraag eens aan de leerlingen wat 'opnieuw kijken' kan betekenen? En wanneer kan het belangrijk zijn om een situatie opnieuw te bekijken?

Slide 4 - Slide

Vooraf:
Deze slide laat de leerlingen nadenken over hoe je eigenlijk opnieuw kan kijken. De opdrachten op de DenkPlaat gaan hier verder op in.


Opnieuw kijken, hoe doe je dat?
Opnieuw kijken, tja… hoe doe je dat eigenlijk en wat heb je daarvoor nodig?
We moeten verschillende dingen van onszelf weten en kunnen om echt opnieuw te kunnen kijken.

RE-Spect kun je leren en doen!

Slide 5 - Slide

Vooraf:
Deze DenkPlaat bevat vijf opdrachten. De DenkPlaat begint bij Start. Volg vanaf daar het pad met de opdrachten tot aan het eind. De zwart-wit foto bij de opdracht correspondeert met de foto op de bijbehorende slide. Loop je de DenkPlaat liever klassikaal en/of in delen door? Dat kan!
De slides leiden je er stap voor stap doorheen.



Ga aan de slag met de DenkPlaat!
Hoe? Dat gaan we deze les ontdekken.

Verdeel de klas in groepjes van vier. Bij oneven aantallen zijn groepjes van drie ook prima.

Deel per groepje één DenkPlaat en één knipvel uit.

Slide 6 - Slide

3...2...1... GO!
Ga (klassikaal) aan de slag met de DenkPlaat. Vul eerst je naam in bij de gekleurde blokjes en begin vervolgens met de DenkPlaat bij 'start'.

Het eerste deel van de DenkPlaat heet:
'Op het eerste gezicht...'


Slide 7 - Slide

Vooraf:
Deel 1 gaat over aannames.
Vertel de leerlingen nog niet zoveel. De eerste opdracht is juist bedoeld om zonder al te veel uitleg je reactie te geven op een foto.
Als leerkracht kun je het beste inschatten hoe je dit met je klas aanpakt.

Kijk samen naar de foto op het werkblad.


Slide 8 - Slide

Stap 1
Bekijk de foto hieronder en denk samen na over wat je ziet. Wat gebeurt hier?
Wie zijn dit? Wat doen ze?

Schrijf samen jullie gedachten op de gele briefjes hiernaast, of die van de juf of meester. Het gaat om wat je als eerste denkt. Niets is fout!


Slide 9 - Slide

Stap 2: het verhaal achter de foto
Vertel de leerlingen nu het verhaal achter de foto. Deze jongen in Inda viert het Holifeest. Een lentefeest waarbij iedereen elkaar met kleurrijke pigmenten (kleurpoeders) bekogelt en insmeert. Het lijkt een beetje op een sneeuwballengevecht maar dan met heel veel mooie kleuren! Het is een positief feest!

Meer info: Holifeest
Deze foto is gemaakt tijdens het Holifeest in India. Het Holifeest is een lente-, nieuwjaars-, en overwinningsfeest. Het wordt in bijna heel India gevierd en door alle Hindoes over de hele wereld. Het begint op de avond van de volle maan in de maand van Phagun (maart) en duurt tot de eerstvolgende dinsdag.

Betekenis van het feest
Holi is een nieuwjaarsfeest. Ook is het feest belangrijk voor de boeren. Zij vieren Holi als het festival om de goden te danken voor de goede oogst. Hiernaast viert men het Holifeest omdat men gelooft dat de god Shiva op deze dag is getrouwd met de dochter van de Himalaya’s: Parvati.

In geuren en kleuren

Tijdens het feest besmeert men elkaar met een beetje as van de brandstapel. Mensen gaan bij elkaar langs om elkaar Subh-Holi te wensen: voorspoed in het nieuwe jaar. Iedereen gaat de straat op, waarbij men feestviert en elkaar besmeurt met groene of rode poeder. Iedereen besprenkelt elkaar met parfum en reukwater als teken van vriendschap en hoop voor de toekomst. De verschillende kleuren en geuren symboliseren de natuur die in bloei staat. En dat de mens een deel van de schepping en dus van de natuur is.

Bron: https://www.beleven.org/feest/holi

Slide 10 - Slide

Stap 3
Bekijk jullie eerste reacties op de gele briefjes. Klopt jullie reactie nog nu je weet wat je ziet?

Bespreek in je groepje welke opmerkingen er kloppen en welke je doorkrast!

Slide 11 - Slide

Afsluiting
Sluit dit deel af met het klassikaal ophalen van de ervaringen. Wie dachten er iets heel anders, wie hadden wel wat goede opmerkingen en wie kwamen er niet uit?
Vertel de leerlingen daarna in je eigen woorden wat aannames zijn.

Informatie over aannames
Wist je dat als je iets bekijkt, je brein er meteen een verhaal bij verzint? Dit hoeft helemaal niet te betekenen dat het klopt. Zo’n ‘eerste indruk’ maak je omdat je hersenen graag dingen willen snappen en verklaren. Je weet pas of iets klopt als je het uitzoekt of navraagt. Blijf altijd opnieuw kijken!

Slide 12 - Slide

In andermans schoenen staan
In andermans schoenen staan
betekent dat je je inbeeldt hoe het is om de ander te zijn. Wist je dat de normaalste zaken bij iedereen heel anders gaan? Wat normaal is voor de één is dat niet
automatisch voor de ander.

Stap 1: Ja of Nee?
We gaan onderzoeken hoe de normaalste dingen bij jullie verschillen. Vertel de leerlingen dat we vijf vragen gaan stellen waar je als antwoord Ja of Nee kunt geven. Om het actief te maken kun je kiezen voor 'zitten - staan'. 
Ga staan bij Ja en blijf zitten bij Nee. 
Natuurlijk kun je 'zitten - staan' vervangen door handopsteken, of deel rode en groene papiertjes uit die de leerlingen kunnen opsteken. Doe wat werkt in jullie groep!








Slide 13 - Slide

Vraag 1
Stel de leerlingen de vraag op de slide.
De leerlingen zien hoeveel klasgenoten hetzelfde doen/zijn. Maar ook hoeveel juist niet. Zij doen dus iets anders....

Vraag juist een aantal kinderen die Nee hebben geantwoord (dus bv. nog zitten) hoe het bij hen gaat. Probeer steeds twee of drie gesprekjes te voeren.
En vraag de klas of ze wel eens in de schoenen van die klasgenoot willen/zouden durven staan.

TIP: er zijn in totaal vijf vragen.
Als een van de vragen niet helemaal aansluit bij je groep, maak dan zelf een andere vraag! Gebruik hiervoor de lege slide met de schoenen. Deze is te vinden achteraan de presentatie.

Slide 14 - Slide

Vraag 2
Stel de leerlingen de vraag op de slide.
De leerlingen zien hoeveel klasgenoten hetzelfde doen/zijn. Maar ook hoeveel juist niet. Zij doen dus iets anders....

Vraag juist een aantal kinderen die Nee hebben geantwoord (dus bv. nog zitten) hoe het bij hen gaat. Probeer steeds twee of drie gesprekjes te voeren.
En vraag de klas of ze wel eens in de schoenen van die klasgenoot willen/zouden durven staan.

TIP: er zijn in totaal vijf vragen.
Als een van de vragen niet helemaal aansluit bij je groep, maak dan zelf een andere vraag! Gebruik hiervoor de lege slide met de schoenen. Deze is te vinden achteraan de presentatie.

Slide 15 - Slide

Vraag 3
Stel de leerlingen de vraag op de slide.
De leerlingen zien hoeveel klasgenoten hetzelfde doen/zijn. Maar ook hoeveel juist niet. Zij doen dus iets anders....

Vraag juist een aantal kinderen die Nee hebben geantwoord (dus bv. nog zitten) hoe het bij hen gaat. Probeer steeds twee of drie gesprekjes te voeren.
En vraag de klas of ze wel eens in de schoenen van die klasgenoot willen/zouden durven staan.

TIP: er zijn in totaal vijf vragen.
Als een van de vragen niet helemaal aansluit bij je groep, maak dan zelf een andere vraag! Gebruik hiervoor de lege slide met de schoenen. Deze is te vinden achteraan de presentatie.

Slide 16 - Slide

Vraag 4
Stel de leerlingen de vraag op de slide.
De leerlingen zien hoeveel klasgenoten hetzelfde doen/zijn. Maar ook hoeveel juist niet. Zij doen dus iets anders....

Vraag juist een aantal kinderen die Nee hebben geantwoord (dus bv. nog zitten) hoe het bij hen gaat. Probeer steeds twee of drie gesprekjes te voeren.
En vraag de klas of ze wel eens in de schoenen van die klasgenoot willen/zouden durven staan.

TIP: er zijn in totaal vijf vragen.
Als een van de vragen niet helemaal aansluit bij je groep, maak dan zelf een andere vraag! Gebruik hiervoor de lege slide met de schoenen. Deze is te vinden achteraan de presentatie.

Slide 17 - Slide

Vraag 5
Stel de leerlingen de vraag op de slide.
De leerlingen zien hoeveel klasgenoten hetzelfde doen/zijn. Maar ook hoeveel juist niet. Zij doen dus iets anders....

Vraag juist een aantal kinderen die Nee hebben geantwoord (dus bv. nog zitten) hoe het bij hen gaat. Probeer steeds twee of drie gesprekjes te voeren.
En vraag de klas of ze wel eens in de schoenen van die klasgenoot willen/zouden durven staan.

TIP: er zijn in totaal vijf vragen.
Als een van de vragen niet helemaal aansluit bij je groep, maak dan zelf een andere vraag! Gebruik hiervoor de lege slide met de schoenen. Deze is te vinden achteraan de presentatie.

Slide 18 - Slide

Afsluiting
Sluit dit deel af met een klassikaal gesprek over verschillen. Vaak wordt er gezegd: '"We zijn allemaal gelijk!'" Daarmee wordt eigenlijk bedoeld dat we allemaal gelijk moeten worden behandeld.

Gelukkig zijn we juist allemaal anders.
Dat maakt het leuk en van verschillen leer je het meest.

Slide 19 - Slide

Goed luisteren
Leg de klas uit dat goed luisteren meer is dan je mond houden en wachten tot de ander klaar is. ;)

Om goed te kunnen luisteren moet je aan de slag! Stel vragen om zeker te weten of je de ander goed begrijpt. Kijk de verteller aan. En wie luistert, deelt niet steeds zijn eigen mening. Laat je ook niet afleiden door andere dingen. Luisteren is nog best een klus! 

Slide 20 - Slide

Luisterspel

Met het luisterspel kijken we samen naar een verhaal waar het gaat over luisteren.

Slide 21 - Slide

Luisterspel

Lees de verhalen voor. Na elk verhaal bespreken de groepjes of ze het goed luisteren vinden of niet. Ze zetten een vinkje of kruisje op de DenkPlaat bij het juiste plaatje.

Voor de docent:
de verhaaltjes zijn zo gemaakt dat ze soms bij zowel JA als NEE passen. Het gaat om het gesprek wat de leerlingen samen voeren en welke beslissing ze samen maken. Hierbij moeten ze zelf ook goed luisteren naar elkaar.

Slide 22 - Slide

Lees het verhaaltje voor.
Geef de leerlingen daarna de tijd om samen te kiezen of ze een kruisje of vinkje zetten op de DenkPlaat.



Slide 23 - Slide

Lees het verhaaltje voor.
Geef de leerlingen daarna de tijd om samen te kiezen of ze een kruisje of vinkje zetten op de DenkPlaat.


Slide 24 - Slide

Lees het verhaaltje voor.
Geef de leerlingen daarna de tijd om samen te kiezen of ze een kruisje of vinkje zetten op de DenkPlaat.


Slide 25 - Slide

Lees het verhaaltje voor.
Geef de leerlingen daarna de tijd om samen te kiezen of ze een kruisje of vinkje zetten op de DenkPlaat.


Slide 26 - Slide

Lees het verhaaltje voor.
Geef de leerlingen daarna de tijd om samen te kiezen of ze een kruisje of vinkje zetten op de DenkPlaat.


Slide 27 - Slide

Goed luisteren is niet heel eenvoudig.
Je moet er best wat voor doen en de verteller en luisteraar moeten goed samenwerken.

En weet je wat zo leuk is?
Goed luisteren kun je gewoon oefenen!

Heb je zelf een keer iets meegemaakt waar er niet of juist wel goed naar je geluisterd werd? Vertel elkaar in je groepje hier kort over. En… vergeet niet om goed naar elkaar te luisteren!

Slide 28 - Slide

Leg de klas uit dat meningen van elkaar kunnen verschillen, maar dat dit helemaal niet erg is!

Het is goed om een mening te hebben en deze te delen. Niet iedereen heeft dezelfde mening en dat is juist heel erg leuk!

Door te delen leer je van elkaar en begrijp je elkaar beter.


Slide 29 - Slide

Met MeningenKwartet kijken we hoe onze meningen soms op elkaar lijken en soms juist verschillen.


Slide 30 - Slide

Knip je spelkaarten uit, iedereen heeft zijn eigen set kaarten:
  • weet niet
  • ik vind iets anders
  • eens
  • oneens
Hiermee ga je het spel MeningenKwartet spelen.

Slide 31 - Slide

We spelen vier rondes.

Bij elke ronde komt er een vraag op het bord. Ben je het eens, oneens, weet je het niet of heb je een andere mening…?!

Je juf/ meester telt af... 3,2,1… En je legt je kaart op tafel!

Allemaal hetzelfde? Kruis KWARTET aan!
Verschillende kaarten? Kruis GESPREK aan! Voer een kort gesprek over jullie meningen.

Slide 32 - Slide

Geef de leerlingen een minuutje om hierover na te denken... Wat vindt iedereen hiervan?
Kijk naar je kaartjes; welke ga je opleggen?

3,2,1… Leg je kaartje voor je op tafel!

Allemaal hetzelfde? Kruis het eerste bolletje bij KWARTET aan.

Hebben jullie iets anders? Kruis het eerste bolletje bij GESPREK aan.

Voer een gesprek over de verschillende meningen. Zo leer je van elkaar

Slide 33 - Slide

Geef de leerlingen een minuutje om hierover na te denken… Wat vindt iedereen hiervan?
Kijk naar je kaartjes; welke ga je opleggen?

3,2,1… Leg je kaartje voor je op tafel!

Allemaal hetzelfde? Kruis het eerste bolletje bij KWARTET aan.

Hebben jullie iets anders? Kruis het eerste bolletje bij GESPREK aan.

Voer een gesprek over de verschillende meningen. Zo leer je van elkaar

Slide 34 - Slide

Geef de leerlingen een minuutje om hierover na te denken… Wat vindt iedereen hiervan?
Kijk naar je kaartjes; welke ga je opleggen?

3,2,1… Leg je kaartje voor je op tafel!

Allemaal hetzelfde? Kruis het eerste bolletje bij KWARTET aan.

Hebben jullie iets anders? Kruis het eerste bolletje bij GESPREK aan.

Voer een gesprek over de verschillende meningen. Zo leer je van elkaar

Slide 35 - Slide

Geef de leerlingen een minuutje om hierover na te denken… Wat vindt iedereen hiervan?
Kijk naar je kaartjes; welke ga je opleggen?

3,2,1… Leg je kaartje voor je op tafel!

Allemaal hetzelfde? Kruis het eerste bolletje bij KWARTET aan.

Hebben jullie iets anders? Kruis het eerste bolletje bij GESPREK aan.

Voer een gesprek over de verschillende meningen. Zo leer je van elkaar

Slide 36 - Slide

Meningen kunnen van elkaar verschillen, maar dat is helemaal niet erg!

Vraag de klas wat voor gesprekken ze hebben gehad? Hebben ze misschien wel iets van andermans mening geleerd?


Slide 37 - Slide

Wat hebben jullie allemaal geleerd tijdens deze les over 'opnieuw kijken'?

We gaan de eindopdracht doen!

Slide 38 - Slide

Bij deze slide verplaatsen de leerlingen zich niet alleen in een ander persoon en een andere situatie. Ook geven ze iemand tips over hoe hij een situatie anders/beter aan kan pakken.

Is iedereen zover?
Rond de DenkPlaat klassikaal af. Voor deze opdracht lees je een verhaal voor.

Jullie krijgen zo een verhaal te lezen over Sem. Denk daarbij aan wat je hebt geleerd op de route bij 'Op het eerste gezicht,' 'In de schoenen van een ander', 'Goed luisteren' en 'MeningenKwartet'. 

Welke tips kunnen jullie Sem zometeen geven?

Slide 39 - Slide

Lees het verhaal samen met de klas.

Slide 40 - Slide

Vraag aan de leerlingen wat zij Sem voor tips geven.
Zorg dat zoveel mogelijk leerlingen aan het woord komen; ze mogen elkaar aanvullen. Dingen die al genoemd zijn hoef je niet te herhalen.

Schrijf de tips op het bord. Zijn alle tips gegeven? Dan schrijft iedere leerling zijn/haar favoriete tip op de DenkPlaat!

Voor verdieping kan je de volgende vragen gebruiken:
- Wat heb je geleerd in de DenkPlaat?
- Wat hielp bij het bedenken van tips voor Sem?
- Doet Sem aannames?
- Heeft Sem een sterke mening?
- Heeft Sem zijn mening en aannames ‘getest’? Kloppen ze wel?

Tip: als je het leuk vindt kun je echte post-its uitdelen.

Slide 41 - Slide

Wie wil er een van zijn tips delen?
Sluit de les helemaal af met een reflectiegesprek. Hieronder wat voorbeeldvragen voor een effectieve nabespreking:
  • Wat vonden jullie van de opdrachten?
  • Hebben jullie dingen ontdekt die jullie nog niet wisten?
  • Verbazen sommige dingen je?
  • Denk je dat je in staat bent om af en toe anders te kijken?
  • Keek je al vaker op deze manier naar dingen?
  • Waren er leerlingen die echt even botsten met hun mening?
  • Welke opdracht vond je het leukst om te doen?
  • Etc.

Slide 42 - Slide

Einde

Slide 43 - Slide

Gebruik deze slide om zelf vragen, opdrachten of onderwerpen toe te voegen. Jij weet wat het beste past bij jouw klas!

Slide 44 - Slide

Gebruik evt. deze lege slide als je iets bij deel 1 wil toevoegen of wijzigen

Slide 45 - Slide

Gebruik evt. deze lege slide als je iets bij deel 2 wil toevoegen of wijzigen

Slide 46 - Slide

Gebruik evt. deze lege slide als je iets bij deel 3 wil toevoegen of wijzigen

Slide 47 - Slide

Gebruik evt. deze lege slide als je iets bij deel 4 wil toevoegen of wijzigen