Paragraaf 6.2

Het ene goed is het andere niet
Paragraaf 6.2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Het ene goed is het andere niet
Paragraaf 6.2

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Economie/filmpje?

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken en voorbeelden van een individueel goed noemen.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid collectieve goederen produceert en welke kenmerken en voorbeelden zijn van collectieve goederen
  • Je kunt het verschil benoemen tussen collectieve en quasi-collectieve goederen en voorbeelden geven van quasi-collectieve goederen.  

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

collectieve goederen zijn niet rivaliserend
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Noem een voorbeeld quasi-collectief goed

Slide 10 - Open question

Geef aan of het goed collectief, individueel of quasi-collectief is in Nederland. Luchtmacht
A
Collectief
B
Individueel
C
Quasi collectief

Slide 11 - Quiz

Geef aan of het goed collectief, individueel of quasi-collectief is in Nederland. Het theater
A
Collectief
B
Individueel
C
Quasi collectief

Slide 12 - Quiz

Onderwijs is een
A
Individueel goed
B
Quasi collectief goed
C
collectief goed

Slide 13 - Quiz

Het is winter en vannacht heeft het gevroren. Hendrik ziet er nu ongelofelijk tegen op om met de auto naar zijn werk te gaan. Gelukkig is er wel gestrooid. Het strooien van zout op de wegen is een voorbeeld van een:
A
Individueel goed
B
Quasi-collectief goed
C
Collectief goed

Slide 14 - Quiz

Terug naar het filmpje: Wat voor een goederen zijn de deltawerken?

Slide 15 - Open question

Werken aan paragraaf 6.2
Opdrachten uit het boek 

Slide 16 - Slide