3.1 Schakelingen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 5 - Quiz

Spanning (U)
Spanning = de hoeveelheid elektrische energie die de spanningsbron kan leveren. 
230 V
1 kV
(1000 V)
9 V

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Stroomsterkte
Ampere
eenheid
grootheid

Slide 8 - Drag question

De stroomsterkte
Noteer het symbool van de stroomsterkte
A
U
B
I
C
R
D
P

Slide 9 - Quiz

Grootheid
Afkorting
Eenheid
Spanning en stroomsterkte

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

In een serieschakeling
A
is de stroom overal even groot
B
is er geen stroom
C
wordt de stroom verbruikt
D
verdeelt zich over de vertakkingen

Slide 14 - Quiz

Welke uitspraak over serieschakelingen is waar?
In een serieschakeling:
A
branden alle lampjes of zijn alle lampjes uit.
B
is de stroomsterkte niet overal even groot.
C
komen overal vertakkingen voor.
D
kun je elk lampje afzonderlijk aan of uit doen.

Slide 15 - Quiz

Maak een schakelschema  van een serieschakeling
met 2 lampjes die aangesloten zijn op één batterij.

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Spanning wordt gemeten met een ............
A
amperemeter
B
voltmeter
C
stroommeter

Slide 19 - Quiz

voltmeter
amperemeter

Slide 20 - Drag question

Hoe noemt het volgende symbool:
A
schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
Lamp

Slide 21 - Quiz

Sleep de afbeelding naar de juiste tekst.
voltmeter
amperemeter
schakelaar
lamp
batterij

Slide 22 - Drag question

Stroom wordt gemeten met..
A
spanningsmeter
B
amperemeter
C
weerstandmeter

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video