What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefenvragen 4.6 t/m 4.9
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Mens & Natuur
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is niet een spanningsbron
A
Stopcontact
B
Batterij
C
dynamo
D
Generator
Slide 2 - Quiz
Zet de spanningsbronnen op volgorde van de laagste spanning naar de hoogst spanning.
Laagste Spanning
Hoogste Spanning
Slide 3 - Drag question
De stroomsterkte
Noteer de eenheid van de stroomsterkte
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt
Slide 4 - Quiz
De spanning
Noteer de eenheid van de spanning
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt
Slide 5 - Quiz
Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A
Slide 6 - Quiz
De stroomsterkte
Noteer het symbool van de stroomsterkte
A
U
B
I
C
R
D
P
Slide 7 - Quiz
Stroomsterkte meet je met een stroomsterktemeter (ampèremeter).
Hoe meet je de spanning?
A
Met een spanningsmeter
B
Met een ampèremeter of weerstandsmeter
C
Met een multimeter
D
Met een voltmeter
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Als een stroomkring wordt gesloten, gaat een lampje in die stroomkring uit.
A
waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Plaats de juiste symbolen in de stroomkring zodat de lamp gaat branden.
Slide 11 - Drag question
Is deze stroomkring gesloten?
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Een stroomkring is .......
A
Dat er stroom kan lopen van - naar +
B
Dat er stroom kan lopen van x naar y
C
Dat er stroom kan lopen van y naar x
D
Dat er stroom kan lopen van + naar -
Slide 13 - Quiz
Wat is een geleider?
A
Een soort metaal
B
Stoffen waar een elektrische stroom doorheen kan lopen
C
Stoffen waar geen elektrische stroom doorheen kan lopen
D
Een apparaat dat stroom doorgeeft
Slide 14 - Quiz
Wat is geen geleider
A
aluminium
B
ijzer
C
kunstof
D
koper
Slide 15 - Quiz
Wat is GEEN isolator?
A
Lucht
B
Rubber
C
Aluminium
D
Kunststof
Slide 16 - Quiz
voltmeter
amperemeter
Slide 17 - Drag question
Slide 18 - Slide
Sleep de afbeelding naar de juiste tekst.
voltmeter
amperemeter
schakelaar
lamp
batterij
Slide 19 - Drag question
Serieschakeling
A
Stroomsterkte (I) verdeelt zich Spanning (U) verdeelt zich
B
Stroomsterkte (I) verdeelt zich Spanning (U) overal gelijk
C
Stroomsterkte (I) overal gelijk Spanning (U) verdeelt zich
D
Stroomsterkte (I) overal gelijk Spanning (U) overal gelijk
Slide 20 - Quiz
Wat weet je over de stroomsterkte in een serie schakeling
A
Deze is overal gelijk
B
Deze wordt verdeeld over de componenten
Slide 21 - Quiz
Bij een serie schakeling.....
A
Werkt de schakeling nog als er 1 lamp stuk is
B
Werkt de schakeling niet als er 1 lamp stuk is
Slide 22 - Quiz
In een parallelschakeling is
A
de stroomsterkte verdeeld
B
de stroomsterkte overal hetzelfde
C
de spanning overal hetzelfde
D
de spanning verdeeld
Slide 23 - Quiz
Is dit een parallelschakeling of een serieschakeling?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 24 - Quiz
Dit is een serieschakeling
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quiz
Is dit een parallelschakeling of een serieschakeling?
A
Parellelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 26 - Quiz
Parallelschakelingen
De lampjes zijn gelijk aan elkaar.
U lampje 1
= .... V
I lampje 1 = .... A
2
1
3
6
0,2
0,33
Slide 27 - Drag question
Wat is de totale spanning bij een parallelschakeling?
A
De som van de deelspanningen
B
De spanning is overal gelijk
C
Maakt niet uit
D
De spanning van de hoogste waarde
Slide 28 - Quiz
in een parallelschakeling
A
is de stroom overal even groot
B
is er geen stroom
C
wordt de stroom verbruikt
D
verdeelt zich over de vertakkingen
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.
A
Kleiner
B
Ongeveer hetzelfde
C
Groter
D
Kan je niet weten
Slide 31 - Quiz
formule van vermogen is
A
vermogen = spanning / stroomsterkte
B
vermogen = spanning x stroomsterkte
C
vermogen = spanning + stroomsterkte
D
vermogen = spanning - stroomsterkte
Slide 32 - Quiz
Wat is de eenheid van vermogen?
A
Watt
B
Volt
C
Ampère
D
Spanning
Slide 33 - Quiz
Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt
Slide 34 - Quiz
Een koelkast is aangesloten op 230 V en er loopt een stroom van 0,45 A door de lamp.
Bereken het vermogen.
Slide 35 - Open question
More lessons like this
H4 Elektriciteit 4.1 , 4.2 en 4.3
April 2022
- Lesson with
35 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Hoofdstuk 4 herhaling
January 2022
- Lesson with
24 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhaling elektriciteit
June 2023
- Lesson with
19 slides
Mens & Natuur
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H7 Basis natuurkunde - 7.3 Stroom en Schakelen (uitleg)
June 2022
- Lesson with
39 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Herhalen elek
January 2021
- Lesson with
16 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H7 Basis natuurkunde - 7.3 Stroom en Schakelen (uitleg)
January 2024
- Lesson with
37 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
elektriciteit extra oefeningen H4
February 2024
- Lesson with
29 slides
nask
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
H4 berekeningen
February 2021
- Lesson with
36 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2