What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets Blok 2 HV2
Oefentoets Blok 2 HV2
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
25 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets Blok 2 HV2
Slide 1 - Slide
Spelling
Vul de juiste werkwoordsvorm in. Kijk daarbij naar de tijdsaanduiding in de zin.
Slide 2 - Slide
Mijn vader (verwijderen)
de wijnvlek door zout op vlek te strooien. (t. t. )
A
verwijdert
B
verwijderd
C
verwijderde
Slide 3 - Quiz
Wie mij (verraden)
krijgt in de grote pauze nooit meer een mueslireep van me!
A
verraadt
B
verraad
Slide 4 - Quiz
Het schip is gestrand op de kust, maar gelukkig konden alle opvarenden worden (redden)
A
redden
B
geredt
C
gered
Slide 5 - Quiz
Er is een nieuwe trainer die speciaal de talenten (begeleiden)
A
begeleide
B
begeleit
C
begeleid
D
begeleidt
Slide 6 - Quiz
We hebben na lang zoeken haar sleutels op het toilet (vinden)
A
gevonden
B
gevind
C
vinden
Slide 7 - Quiz
Het is geen toeval dat dit juist nu (gebeuren)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurde
Slide 8 - Quiz
Er wordt door het slachtoffer een flinke schadevergoeding (eisen)
A
geeist
B
geeisd
Slide 9 - Quiz
Wat (bieden)
je voor deze zo goed als nieuwe Nikes?
A
bied
B
biedt
C
bood
Slide 10 - Quiz
We hadden ons verslapen, dus we (haasten)
ons om op tijd te komen.
A
haasten
B
haastten
C
haastte
Slide 11 - Quiz
Het is nog helemaal niet zeker dat ik dit nieuwe project ook (begeleiden)
A
begeleid
B
begeleidt
Slide 12 - Quiz
De tuinman (strooien)
morgen de kalk op het gras.
A
strooit
B
strooide
C
strooidt
Slide 13 - Quiz
Omdat Sterre gisteren ziek (worden)
kon ze niet mee doen bij het debat.
A
werden
B
werd
C
worde
Slide 14 - Quiz
Wie van jullie heeft deze tekening in deze tafel (krassen)
A
krasten
B
gekrasd
C
gekrast
Slide 15 - Quiz
Taalverrijking
Slide 16 - Slide
Wat zijn homoniemen
Wat zijn eponiemen?
Wat zijn antoniemen?
Wat zijn synoniemen?
Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen.
Woorden die precies elkaars tegenovergestelde betekenen.
Woorden die naar een persoon zijn genoemd.
Dezelfde woorden met een verschillende betekenis.
Slide 17 - Drag question
Tekort en gebrek zijn synoniemen.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Pad (weggetje) en pad (soort kikker) zijn eponiemen.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Vermogend en rijk zijn synoniemen.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Zweren (beloven) en zweren (etteren) zijn homoniemen.
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quiz
Lees de volgende krantenkop. Selecteer het homoniem in de kop.
Zacht kussen niet goed voor je gezondheid.
A
Zacht
B
kussen
C
gezondheid
Slide 22 - Quiz
Lees de volgende krantenkop. Selecteer het homoniem in de kop.
Willem 2 treft Ajax bij de finale.
A
treft
B
finale
Slide 23 - Quiz
Wel woord is een eponiem?
A
dyscacullie
B
stelling van Pythagoras
C
chemiebedrijf
Slide 24 - Quiz
Welke woord is een eponiem? Kies het juiste antwoord.
A
fractuur
B
verstandskies
C
adamsappel
Slide 25 - Quiz
In de Japanse cultuur/criterium
is het heel belangrijk om beleefd te zijn.
A
cultuur
B
criterium
Slide 26 - Quiz
Het meisje
nuanceerde/paradeerde
rond met haar prijs alsof ze een ster was.
A
nuanceerde
B
paradeerde
Slide 27 - Quiz
Bijen maken honing van stuifmeel en
halal/nectar
A
halal
B
nectar
Slide 28 - Quiz
Wat is een ander woord voor evalueren?
A
nadenken
B
boeiend
C
achteraf beoordelen
Slide 29 - Quiz
Wat is een ander woord voor vraatzuchtig?
A
gulzig
B
mager
C
misselijk
Slide 30 - Quiz
Wat is een ander woord voor sussen?
A
opjutten
B
huilen
C
kalmeren
Slide 31 - Quiz
Wat is een ander woord voor solitair?
A
groepsverband
B
alleenlevend
Slide 32 - Quiz
Wat is een ander woord voor resumeren?
A
opeten
B
uiteenzetten
C
samenvatten
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Slide
More lessons like this
Oefentoets Blok 2 HV2
January 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Homoniemen, synoniemen, antoniemen
May 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Synoniemen, Homoniemen, Antoniemen en Eponiemen
January 2024
- Lesson with
11 slides
Synoniemen, homoniemen, antoniemen, eponiemen
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Synoniemen, homoniemen, antoniemen, eponiemen
November 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
30/5 synoniemen, homoniemen, antoniemen, eponiemen
May 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Homoniem, synoniem, homofoon en antoniem
June 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
homoniemen - homofonen (opdr 11 tm 13 rvl)
January 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2