This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Israël en de Palestijnen zullen niet snel nader tot elkaar komen (standpunt); ze hebben immers nu al meer dan zestig jaar een ernstig conflict (argument).
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument
Slide 5 - Quiz
Omdat we verplicht zijn om mensen in nood altijd te helpen (argument), vind ik dat we alle vluchtelingen in Nederland moeten opnemen (standpunt).
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument
Slide 6 - Quiz
Ik ga graag mee naar Parijs (standpunt), want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld (argument).
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument
Slide 7 - Quiz
Ik ga liever niet mee naar Parijs (standpunt), want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad (argument).
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Argument
Standpunt
Weerlegging
Tegenargument
Slide 10 - Drag question
Omdat Nederland een kenniseconomie is (argument), moet er meer geïnvesteerd worden in het onderwijs (standpunt). Meer investeren in het onderwijs zal ten koste gaan van de zorg (?).
A
Tegenargument
B
Weerlegging
Slide 11 - Quiz
Honden moet je op 31 december binnen houden (standpunt). Ze zijn allemaal doodsbang voor vuurwerk (argument). Vuurwerk doet onze honden niets (?).
A
Tegenargument
B
Weerlegging
Slide 12 - Quiz
Honden moet je op 31 december binnen houden (standpunt). Ze zijn allemaal doodsbang voor vuurwerk (argument). Ze zullen toch een paar keer eruit moeten om hun behoefte te doen (?).