Par 3.2 les 2

Par 3.2 les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Par 3.2 les 2

Slide 1 - Slide

Par 3.2 les 2
Wat weet je allemaal nog?

Betogende tekst
Standpunt
Argument
Feitelijk argument/niet-feitelijk argument

Slide 2 - Slide

Nog even oefenen:
Feitelijke en niet-feitelijke argumenten

Slide 3 - Slide

Een Samsung is duurder dan een Huawei
A
mening
B
feit

Slide 4 - Quiz

Rembrandt is de beste schilder die we in Nederland ooit hebben gehad.
A
mening
B
feit

Slide 5 - Quiz

Vroeger werd er betere popmuziek gemaakt, kijk maar naar de toptien van de Top 2000
A
mening
B
feit

Slide 6 - Quiz

Dua Lipa is bekender dan Ariana Grande
A
mening
B
feit

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Opbouw betoog (schrijfplan)
1. Titel
2. (inleiding) Introductie van het onderwerp + standpunt
3 (kern) Argumenten + uitleg + voorbeelden
                                  (het SExI-model: state, explain, illustrate)
4. Tegenargument + weerlegging
5. Conclusie: standpunt nog een keer

Slide 9 - Slide

Waarom moet je eigenlijk een tegenargument in je betoog opnemen?

Slide 10 - Open question

Bedenk een argument bij deze mening:
De winter is de leukste tijd van het jaar.

Slide 11 - Open question

Argumenten
  • Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft. 
  • Een argument kan zowel een feit als een mening zijn.

Des te geloofwaardiger de argumenten zijn, des te groter de kans is dat de lezer het met de schrijver eens is.

Slide 12 - Slide

De opbouw van een argument
Het SExI-model:
1. Je noemt het argument ('state')
2. Je legt het argument uit ('explain')
3. Je geeft een voorbeeld ('illustrate')

Slide 13 - Slide

Voorbeeld: De bewegingsvrijheid voor jongeren moet worden verruimd
State: want het middel is erger dan de kwaal
Explain: eenzaamheid, depressie, lamlendigheid t/o dalende besmettingscijfers
Illustrate: effect van de avondklok, cijfers van het RIVM

Slide 14 - Slide


Argument (winter): je kunt lekker schaatsen
Noem 'explain' en 'illustrate'

Slide 15 - Open question

Aan de slag
Je gaat nu de volgende opdrachten online (Talent) maken van hoofdstuk 3.2 
Lukt het online niet? Dan maak je de opdrachten in je schrift en stuur je vóór de les een foto op (mail).


Opdracht: 3 en 4

Slide 16 - Slide



Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide