aan de slag met 6.1 , 6.2 en 6.3

H6 Klimaat en natuurlandschap Europa
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

H6 Klimaat en natuurlandschap Europa

Slide 1 - Slide

Voordat je aan de slag gaat...
  • Maak tijdens deze les gebruik van de informatie uit je:
        leerboek blz. 88 t/m 91
        basisboek: BB 42 t/m 60 en BB72 
  • Is de achtergrond van de slide blauw dan staat er informatie    over de lesstof
  • is de achtergrond van de slide groen, moet je iets lezen of   een vraag beantwoorden

Slide 2 - Slide

6.1 De invloed van de Golfstroom
Lees de tekst onder figuur 4 op blz. 89 in je leerboek

Slide 3 - Slide

De Golfstroom is een
A
Warme zeestroom
B
Koude zeestroom

Slide 4 - Quiz

Invloed van de Golfstroom

Slide 5 - Slide

Aan de kust van Nederland zal het in de zomer ... zijn dan in het oosten (binnenland) van Nederland
A
Warmer
B
Koeler

Slide 6 - Quiz

Het is winter in Nederland. We hebben te maken met aflandige wind. Is de kans nu groter dat we kunnen schaatsen?
A
Ja, aflandige wind zorgt voor nog warmere lucht
B
Ja, aflandige wind zorgt voor nog koudere lucht
C
Nee, aflandige wind zorgt voor nog warmere lucht
D
Nee, aflandige wind zorgt voor nog koudere lucht

Slide 7 - Quiz

6.2 Het klimaat in de bergen
Bekijk figuur 8 op blz. 91 in je leerboek

Slide 8 - Slide

Invloed golfstroom

Slide 9 - Slide

Stuwingsregen

Slide 10 - Slide

Stuwingsregen 

Slide 11 - Slide

Waarom is het in Lillehammer
in de winter kouder
dan in Bergen?
A
Doordat Lillehammer aan een koude zeestroom ligt
B
Doordat Lillehammer aan een warme zeestroom ligt
C
Omdat tussen Bergen en Lillehammer een gebergte ligt

Slide 12 - Quiz

Waar zou je beter landbouw kunnen uitvoeren?
A
Loefzijde
B
Lijdzijde
C
Regenschaduw
D
Regenzon

Slide 13 - Quiz

Plaats A ligt op 3500m hoogte. Plaats B ligt op 500m hoogt. Waar zou het kouder zijn?
A
Plaats A, want het ligt op hoge breedte
B
Plaats A, want het ligt op een hogere ligging
C
Plaats B, want het ligt op hoge breedte
D
Plaats B, wat het ligt op hogere ligging

Slide 14 - Quiz

Welke uitspraken zijn waar, je hoeft er maar 1 te kiezen
A
Gebieden op lage breedte zijn gemiddeld warmer door de schuine invalshoek van de zon.
B
Europa ligt voor het grootste deel in de gematigde zone.
C
Land warmt sneller op en koelt sneller af dan zee.
D
Golfstromen brengen relatief warm water naar koude streken en relatief koud water naar warme streken.

Slide 15 - Quiz

6.3: klimaten en begroeiing in Europa
Lees paragraaf 6.3 op blz. 92 en 93 in je leerboek 

Slide 16 - Slide

Vaardigheden: Klimaatgrafieken 
Neerslag (in mm)
Temperatuur (in ºC) 
Tijd (in maanden)

Slide 17 - Slide

 Europa: klimaten en begroeiing

Slide 18 - Slide

Een Middellands Zeeklimaat heeft ....
A
Warme droge zomers en zachte vochtige winters
B
Warme zomers, koude winters en weinig neerslag
C
Korte, warme zomers en lange erg koude winters
D
Koele zomers, zachte winters en hele jaar neerslag

Slide 19 - Quiz

Welke plantengroei past het beste bij een Middellandse Zeeklimaat?
A
loofbomen en struiken
B
naaldbomen en loofbomen
C
palmbomen, sinaasappelbomen en cactussen
D
Cactussen, grassen en struiken

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Map

In wat voor klimaat was je net?

Slide 22 - Open question

Bekijk BB 72 (blz. 47 basisboek)

Slide 23 - Slide

Middellandse zeeklimaat
Gematigd zeeklimaat

Slide 24 - Slide

In welk van de volgende klimaten groeien sinaasappels
A
Zeeklimaat
B
Middellandszeeklimaat
C
Landklimaat
D
Toendra

Slide 25 - Quiz

Middellandse Zeeklimaat
Landklimaat
Zeeklimaat
Toendra

Slide 26 - Drag question

Gematigd zeeklimaat
toendra klimaat
Middellands zeeklimaat
Land klimaat

Slide 27 - Drag question

Welk klimaat is dit
(kijk goed naar de temperatuur
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Middellandszeeklimaat
D
Toendra

Slide 28 - Quiz

Welke volgorde is goed
A
Warme zeestroom, aanlandige wind, koele zomer
B
Warme zeestroom, aflandige wind, koele zomer
C
Warme zeestroom, aanlandige wind, warme zomer
D
Koude zeestroom, aflandige wind, koele zomer

Slide 29 - Quiz

Welk klimaat komen we niet tegen in Europa
A
Droogklimaat
B
Hooggebergte klimaat
C
Tropisch klimaat
D
Zeeklimaat

Slide 30 - Quiz

Wat is jouw favoriete Europese vakantieland?

Slide 31 - Open question

Een vakantiebestemming kan om verschillende redenen populair zijn. Wat maakt jouw vakantieplek leuk?

Slide 32 - Open question

Een vakantiebestemming kan om verschillende redenen populair zijn. Wat maakt jouw vakantieplek leuk?

Slide 33 - Open question

Voorbereiding toets H6
Als  voorbereiding op de toets van H6 gaan we een lesje kahoot spelen. De vragen hiervoor gaan we samen maken. Dit doen we als volgt....

Slide 34 - Slide

vragen bedenken...
Bedenk 10 meerkeuzevragen (met vier antwoordmogelijkheden) over paragraaf 6.1 t/m 6.3. Maak deze vragen in Word en sla dit bestandje goed op.
Op de volgende dia zie je een voorbeeld-vraag

Slide 35 - Slide

Wat is geen klimaatfactor?
A
Geografische breedteligging
B
Type oppervlak
C
Gebergtes en Hoogte
D
Overheersende windrichting

Slide 36 - Quiz