1gta - herh H3 pv in tt en start H4 TV - LV

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

PV in de tegenwoordige tijd

DRIE MOGELIJKHEDEN!

1. ik-vorm

2. ik-vorm + T

3. Het hele werkwoord

Je mag de PV in de TT NOOIT langer maken!!

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.

______

1. persoonsvorm
2. geen persoonsvorm

wat is de juiste spelling van de persoonsvorm:
Jij .............. die hond vast lief

1. vind
2. vint
3. vindt

vul de juiste spelling van de persoonsvorm in:
Hij .............. snel boos

1. word
2. wort
3. wordt

........ (vinden) jij dat ook zo'n leuk nummer?

1. vindt
2. vint
3. vind

De leerling ........ (melden) dat hij iets later in de les zal zijn.

1. meldt
2. meld
3. melt

huiswerk nakijken?

opdracht 1

HELE WW   - IK-VORM  - HIJ/ZIJ/HET

werken werk werkt

verbazen verbaast verbaast

stoppen stop stopt

worden word wordt

verven verf verft

huiswerk nakijken?

opdracht 2

1 ik nodig uit

2 ik stel aan

3 ik nies

4 ik val mee

5 ik was

6 ik doe mee

huiswerk nakijken - opdr. 3

1 Mijn zus surft de hele avond rond op internet.

2 Vind jij het heel erg dat Hanne niet op jouw appjes reageert?

3 Een gazelle graast gemiddeld achttien uren per dag.

4 Joop verbaast zich over de onverschillige houding van zijn vriend, als hij een slecht cijfer voor Nederlands krijgt.

5 Fietst jouw broertje alleen in het donker naar huis?

6 Het spel van Ajax moet nog heel wat verbeteren.

huiswerk nakijken - opdr. 5

1 Onze buurjongens zijn fanatiek als het om graffiti gaat.

2 De circusartiest had een keyboard bij zich als surprise.

3 Het jongetje met de teddybeer had een pyjama aan waarop allemaal smileys waren afgedrukt.

4 Overigens verkoopt de cadeauwinkel het liefst souvenirs en

feestartikelen.

5 In januari kookte de sympathieke kok een exotisch diner.

6 Tijdens de spannende volleybalwedstrijd zaten circa twintig jongens op de tribune.

Wat weet je al over het lijdend voorwerp?

Lijdend voorwerp

Wat/wie  + onderwerp + gezegde?

vb.  Ik geef jou een boek.
Wat geef ik? Een boek
 

PS... Een LV begint nooit met een voorzetsel!!!

Mark heeft zijn boek aan zijn zusje uitgeleend.
lijdend voorwerp = ?

1. Mark
2. heeft uitgeleend
3. zijn boek
4. er is geen LV

Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.
Lijdend voorwerp = ?

1. Er is geen lijdend voorwerp
2. Thomas
3. Marieke
4. bloemen

De uitnodiging voor dat feest is te laat verstuurd.
Lijdend voorwerp =

1. Er is geen lijdend voorwerp
2. te laat
3. De uitnodiging voor dat feest
4. is verstuurd

Veel mensen vinden scheefhangende lijsten heel irritant!
Lijdend voorwerp =

1. Er is geen lijdend voorwerp
2. Veel mensen
3. scheefhangende lijsten
4. heel irritant

Volg jij Thomas al op Snapchat?
Lijdend voorwerp =

1. Er is geen lijdend voorwerp
2. Thomas
3. jij
4. op Snapchat

Welke vragen
heb je nu nog?