7-9 les 4 verbes l'heure routine

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programme
récapitulation
nakijken le bilan
voorbereiden toets

Le programme d'aujourd'hui:
  • la présentation
  • les verbes  pronominaux (wederkerend)
  • petit test verbes et l'heure 
  • pratiquer la routine quotidienne & l'heure  
  • (pratiquer voca B)
Le but: à la fin de ce cours:

  • Je connais les verbes de la routine quotidienne & l'heure
  • Je sais comment lire l'heure
  • Je sais comment présenter ma routine quotidienne 
  • Je suis prêt pour le test (=SO)

Slide 3 - Slide

Qu'est-ce que nous avons fait le derniers cours?

Slide 4 - Slide

Qu'est-ce que nous avons fait le derniers cours?
Lire l'heure
Les jours de la semaine 
Les indications de temps
Les repas

Slide 5 - Slide

La routine quotidienne
Les verbes

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Les verbes pronominaux (wederkerende ww)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Fait le test
Prenez vos ordinateurs, connectez et tapez la bonne réponse! 

Slide 10 - Slide

(se laver)
Ik was me.
A
Je me laver
B
Je te laves
C
Je me lave
D
Je lave

Slide 11 - Quiz

Elle ....... les dents. (se brosser)
A
elle brosse
B
se brosse

Slide 12 - Quiz

opstaan =
A
se réveiller
B
se lever
C
se laver

Slide 13 - Quiz

Vul in:
Tu …. (Se habiller) bien
A
Se habilles
B
Te habilles
C
T’habilles
D
Se habille

Slide 14 - Quiz

Il
(se coucher)
A
Il coucher
B
Il se couche
C
Il couche
D
Il se coucher

Slide 15 - Quiz

Quelle heure est-il?
timer
0:15
A
Il est midi.
B
Il est minuit.
C
Il est douze heures.
D
Il est douze heure.

Slide 16 - Quiz

Quelle heure est-il?
Il est une heure et quart.
timer
0:15
A
13.15 uur
B
13.04 uur
C
12.45 uur
D
12.56 uur

Slide 17 - Quiz

Quelle heure est - il?

12.30 uur
timer
0:15
A
il est douze heures et demie
B
Il est midi et demie
C
Il est midi et demi

Slide 18 - Quiz

Quelle heure est-il?
timer
0:15
A
il est cinq heures
B
C'est cinq heures et quart
C
il est cinq heures moins le quart
D
il est cinq heures et quart

Slide 19 - Quiz

Quelle heure est-il?
timer
0:20
A
Il est deux heures moins demie
B
Il est une heures et demi
C
il est une heure et demie
D
C'est une heure et demie

Slide 20 - Quiz

Quelle heure est-il?
timer
0:20
A
Il est onze heures moins quart
B
Il est dix heures cinquante
C
Il est dix heures moins dix
D
Il est onze heures moins dix

Slide 21 - Quiz

Quelle
heure est-il?
timer
0:30

Slide 22 - Open question

Parle de ta routine quotidienne
Werk met je groep
Iedereen in je groep krijgt een nummer. 
Er liggen kaarten met tijden in elke groep
Schrijf tenminste 10 activiteiten op van je routine quotidienne.
Verwerk in deze activiteiten ook de tijd (zie kaarten), zelf te kiezen.
Bv: je me lève à 7 heures dix
Gebruik de vocalijst in Frans Lokaal als je het niet meer weet. 
Kijk of het lukt om de werkwoorden juist te vervoegen.
Na 15 minuten vraag ik van elke groep nummer...? om hun routine te vertellen


timer
15:00

Slide 23 - Slide

Pratiquer les phrases

Slide 24 - Slide

Instructions
1. Gooi in je groep om de beurt met beide dobbelstenen.
2. Kijk op het bord welke zin hoort bij het getal dat je hebt gegooid.
3. Vertaal de zin in het Frans en schrijf deze op. Je team beoordeelt of je het goed hebt gedaan. Is het goed? Dan gooit de volgende. 
4. Je groep is klaar als jullie alle zinnen correct hebben vertaald.
5. Wie is het eerste klaar? Ik controleer!

Slide 25 - Slide

2. In (tijdens) het weekend, sta ik laat op.
3. Vervolgens, neem ik mijn ontbijt
4. En dan kleed ik mij aan.
5. En dan kleed ik mij aan.
6.  ‘s Ochtends neem ik vaak een douche
7. Soms doe ik de afwas.
8. ‘s Middags maak ik mijn huiswerk
9. s Avonds, poets ik altijd mijn tanden
10. Dit was mijn presentatie
11. Ik houd van ... 
12. Ik ben goed/slecht/sterk in
timer
10:00

Slide 26 - Slide