Les 45 persoonlijke en bezittelijke voornaamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom

1. Huiswerkcheck 

2. Nakijken 

3. Terugblik vorige les

4. Doel

5. Uitleg: Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoord

6. Aan de slag

7. Afsluiting

Nakijken

Les 39 

opdracht 1 t/m 9

 blz. 82 en 83.

Terugblik

Waaruit bestaat het gezegde van een zin?

1. Alleen de persoonsvorm
2. Alle werkwoorden uit de zin
3. Alleen de voltooide deelwoorden

Schrijf het gezegde op van de volgende zin: "Hij is vergeten om mij te bellen."

Wat weet je nog over persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden?

Waar is 'mijn' een voorbeeld van in de volgende zin: "Ik geef mijn eten aan hem."

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord

Waar is 'hen' een voorbeeld van in de volgende zin: "Ik ga met hen naar de bioscoop."

1. Persoonlijk voornaamwoord
2. Bezittelijk voornaamwoord

Wat is juist? "Jou/jouw verhaal is heel langdradig."

1. Jou
2. Jouw

Wat is juist? "Is deze tas van jou/jouw?"

1. Jou
2. Jouw

Zelfstandig werken

Wat?	Les 45 maak vraag 1 t/m 10, blz. 94 en 95.
Hulp nodig?	Overleg met je buurman/buurvrouw. Lees uitleg op bladzij 94.
Tijd?	Tot einde van de les.
Klaar?	Stillezen of verder met de werkbladen.

Zijn de onderstaande woordjes persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?

Sleep elk woord hieronder naar het goede antwoord.

persoonlijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

hen

ik

jij

jou

jouw

mijn

onze

wij

uw