1.7 Chemisch rekenen

Deze les

  1. Uitleg 1.7
  2. Lees blz. 37 t/m 41
  3. Maken 1.7 98 t/m 104
1 / 12
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Deze les

  1. Uitleg 1.7
  2. Lees blz. 37 t/m 41
  3. Maken 1.7 98 t/m 104

Slide 1 - Slide

1.7 chemisch rekenen

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze les kun je:
  • rekenen met machten van 10
  • eenheden omrekenen
  • Significante cijfers

Slide 3 - Slide

machten van 10
Positieve macht: 
Hoeveel plaatsen is de komma naar rechts?
Negatieve macht: 
Hoeveel plaatsen is de komma naar links?

Slide 4 - Slide

voorbeelden
  • 2,3 x 104 = 2,3 x 10 000 = 23 000
  • 6,7 x 10-3 = 6,7 x 0,001 = 0,0067

Slide 5 - Slide

Machten van 10
106 : Hoeveel nullen? 
103 : Hoeveel nullen?
10-1 : Hoeveel nullen?
10-6 : Hoeveel nullen?



Slide 6 - Slide

Grootheden en eenheden
  • Grootheid: een eigenschap die je kunt meten (bijvoorbeeld: volume)
  • Eenheid: hoe je die eigenschap in een getal weergeeft (bijvoorbeeld: liter)
  • Tabel 8

Slide 7 - Slide

Eenheden omrekenen

De link staat ook in de posts van de studiewijzer!

Slide 8 - Slide

Significante cijfers
Het aantal significante cijfers geeft aan hoe nauwkeurig gemeten is.

Wat is nauwkeuriger: 15 mL, of 15,0 mL?


Slide 9 - Slide

Significante cijfers
Het antwoord van een vermenigvuldiging of deling heeft hetzelfde aantal significante cijfers als de meetwaarde met het kleinst aantal significante cijfers dat je bij je berekening hebt gebruikt.
  • 4,23 x 21 
  • 2,68 : 0,75

Slide 10 - Slide

Significante cijfers
Het antwoord van een optelsom of aftreksom wordt altijd gegeven in het kleinste aantal decimalen.
2,34 - 1,2 =
63,25 + 8,200 =

Slide 11 - Slide

Afsluiting
rekenen met machten van 10
eenheden omrekenen
significante cijfers
Huiswerk: zie SOM

Slide 12 - Slide