This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Zinsdelen
Woordsoorten
persoonsvorm
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
zelfstandig naamwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
voorzetsel
bijwoord
Slide 3 - Drag question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Het plezier
A
concreet zelfstandig naamwoord
B
abstract zelfstandig naamwoord
C
eigennaam
Slide 7 - Quiz
De taal
A
concreet zelfstandig naamwoord
B
abstract zelfstandig naamwoord
C
eigennaam
Slide 8 - Quiz
Nederland
A
concreet zelfstandig naamwoord
B
abstract zelfstandig naamwoord
C
eigennaam
Slide 9 - Quiz
In welke zin zit geen onbepaald lidwoord?
A
Hij kent een leerling die school erg mist.
B
Ik heb een sneeuwpop gemaakt in de sneeuw.
C
Een van de leerlingen uit 1Va let niet op.
D
Een online les is leuker dan een gewone les.
Slide 10 - Quiz
timer
1:00
Slide 11 - Slide
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 12 - Drag question
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 13 - Drag question
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 14 - Drag question
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Drag question
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 16 - Drag question
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Drag question
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
abstract zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 18 - Drag question
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Drag question
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
abstract zelfstandig naamwoord
concreet zelfstandig naamwoord
zelfstandig naamwoord - eigennaam
bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Drag question
En dan nu zelf aan de slag!
Een fotoopdracht!
Je kan ook oefenen met het bijvoeglijk naamwoord als je dat wil. Linkje in de chat van teams.
Tot morgen!
Slide 21 - Slide
Maak in je huis een selfie en bedenk daarbij een bijpassend abstract zelfstandig naamwoord. Zet in de beschrijving een zin waarin dat abstract zelfstandig naamwoord ook zit.