Fictiebegrippen en het verhaal Stief

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Fictiebegrippen en het verhaal Stief

Oefenen met het toepassen van de begrippen.

Wat is fictie?

1. Verzonnen verhaal
2. Niet verzonnen verhaal

Is Stief fictie?

1. Ja
2. Nee

Wat betekent realistisch?

1. Een verzonnen verhaal dat net echt lijkt.
2. Een verzonnen verhaal dat NIET echt lijkt
3. Een niet verzonnen verhaal dat net echt lijkt
4. Een niet verzonnen verhaal dat NIET echt lijkt

Noem iets uit het verhaal dat heel realistisch is.

Wat weet je van de hoofdpersoon? Noteer 3 dingen.

Op welke manier(en) leer je de hoofdpersoon kennen?

1. Door wat ze zeggen en doen
2. Door wat ze denken en voelen
3. Door wat anderen over hen zeggen of denken.

Welk perspectief wordt gebruikt in Stief?

1. ik-perspectief
2. hij/zij-perspectief
3. meervoudig perspectief

Wat is een open plek?

1. Een open plek in het bos bijvoorbeeld
2. Een plein
3. Als het verhaal een vraag bij je oproept
4. Als je alle antwoorden al hebt.

Noem een open plek in het verhaal.