CG > les 1 > instructie groep 4/5

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 4,5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Slide

Wat is geld?

Slide 2 - Mind map

Dit ga je vandaag leren: 
  •  Je leert wat geld is
  • Je leert wat ruilhandel is
  • Je leert wat je kunt doen met geld

Slide 3 - Slide

Waar word jij gelukkig van?

Slide 4 - Mind map

Als ik rijk zou zijn dan zou ik ...

Slide 5 - Mind map

Maakt geld gelukkig?

Slide 6 - Mind map

Een filmpje over geld

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Geld gebruik je om mee te betalen
Als je in de winkel iets wilt kopen, heb je geld nodig. 
Geld is een ruilmiddel, dat betekent dat je geld kunt ruilen tegen spullen in winkels. 

Slide 9 - Slide

Geld gebruik je om mee te betalen
Alle spullen die je kunt kopen hebben een bepaalde waarde
Een ijsje kan bijvoorbeeld 1 euro kosten. 
Als je dat ijsje wilt kopen, moet je dus 1 euro geven aan de verkoper. 
Je ruilt dus eigenlijk jouw euro voor een ijsje.

Slide 10 - Slide

Ruilhandel
Vroeger was er geen geld
Als mensen iets wilden hebben, moesten ze ruilen om het te krijgen. 
Je kon bijvoorbeeld appels ruilen tegen graan of suikerbieten tegen een 
kip. 
Dit werd ruilhandel genoemd. 
Handelen door te ruilen.

Slide 11 - Slide

Ruilhandel
Het probleem van ruilhandel was dat mensen nooit goed wisten hoeveel iets waard was. 
Daarom werd er besloten om een vast ruilmiddel te maken wat door iedereen gebruikt kon worden. 
Dit ruilmiddel was goud
Het voordeel van goud is dat het niet vergaat of bederft en moeilijk kapot
kan. 
Van goud werden de eerste munten gemaakt.

Slide 12 - Slide

Filmpje
Betalen in de tijd van de Romeinen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Filmpje over wat je met geld kunt doen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Stel je voor...
Stel je voor dat er geen geld was. 
Dan zou je spullen moeten ruilen. 
Je vriend wil graag iets ruilen tegen jouw bal. 
Waarvoor zou je hem ruilen? 

Slide 17 - Slide

Zak snoep
Zou jij ruilen?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Nieuwe tablet
Zou jij ruilen?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Een mooie steen
Zou jij ruilen?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Brood
Zou jij ruilen?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Nieuwe schoenen
Zou jij ruilen?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Evaluatie van de les

Slide 23 - Slide

Dit vond ik het belangrijkste van deze les...

Slide 24 - Mind map

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 25 - Slide