herhaling 2.1+2.2, UL 2.3 en LO 1 (1h/v)

Planning
  • afronden leerdoelen 2.1+2.2
  • leerdoelen + uitleg 2.3
  • opdrachten maken 2.3
  • uitleg leren onderzoeken 1
  • opdrachten maken LO
Welkom!
  • Op je plaats v/d plattegrond
  • Spullen op tafel;    etui+boek+device
  • Boek 1a open op blz. 159
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning
  • afronden leerdoelen 2.1+2.2
  • leerdoelen + uitleg 2.3
  • opdrachten maken 2.3
  • uitleg leren onderzoeken 1
  • opdrachten maken LO
Welkom!
  • Op je plaats v/d plattegrond
  • Spullen op tafel;    etui+boek+device
  • Boek 1a open op blz. 159

Slide 1 - Slide

meteen inloggen in deze lessonup!
timer
1:00

Slide 2 - Slide

De aorta hoort bij het...
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Spierstelsel

Slide 3 - Quiz

Welk orgaan is nr. 4?
A
nier
B
maag
C
lever
D
aorta

Slide 4 - Quiz


Wat mist dit blad?
A
Nerven
B
Bladschijf
C
Bladskelet
D
Bladmoes

Slide 5 - Quiz

Wat transporteert het vatenstelsel van de bladeren naar andere delen van de plant?
A
Water en koolstof
B
Water en mineralen
C
Zuurstof
D
Glucose

Slide 6 - Quiz

De grootste vaatbundel
in een blad bevindt zich in de:
A
zijnerf
B
bladmoes
C
bladschijf
D
hoofdnerf

Slide 7 - Quiz

In de afbeelding is het wortelstelsel van een peen schematisch getekend.
Bij welk deel of bij welke delen kan de plant water met voedingsstoffen opnemen?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Water wordt door de bladeren opgenomen

Slide 8 - Quiz



Wortelharen zijn .........
A
stevig en dik
B
klein en kwetsbaar
C
smal en dik
D
groot en sterk

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN functie
van wortels?
A
Reserve voedsel opslaan
B
Water en mineralen opnemen
C
Plant vast zetten in de bodem
D
Glucose en zuurstof maken

Slide 10 - Quiz

Vaatbundels lopen door....
A
de stengels
B
de wortels
C
de bladeren
D
door A, B en C

Slide 11 - Quiz

Planten hebben reservestoffen in hun wortels.

Welke functie hebben de reservestoffen
in de wortels?
A
Opnemen van water uit de grond
B
Zuurstof afgeven aan de stengel
C
Opslaan voor later om te kunnen groeien
D
voeding voor mensen en andere dieren

Slide 12 - Quiz


Zijn de wortels van planten organen?
A
nee, planten hebben geen organen
B
nee, maar de bloem is wel een orgaan van een plant
C
ja, de wortels zijn inderdaad organen
D
nee, ze slaan alleen reservestoffen op

Slide 13 - Quiz

sluit nu je lessonup af 
EN
 chromebook dicht op tafel
timer
0:20

Slide 14 - Slide

 2.3 Weefsels
leerdoelen:
1 = Ik weet dat een organisme bestaat uit cellen. 
2 = Ik kan weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

Slide 15 - Slide

van groot naar klein 
bekend zijn al: organisme + orgaanstelsel + orgaan....

Slide 16 - Slide

Omdat weefsels zijn opgebouwd uit cellen, eerst korte uitleg cellen.

  • Alle organismen bestaat uit 1 of meer cellen

  • Cellen zijn de bouwstenen van een organisme.

  • Cellen zijn zo klein dat je ze alleen kunt zien onder een microscoop.

  • Het lichaam van de mens bestaat uit 30 biljoen cellen.
       Dat is 4000x zo veel cellen als er mensen op aarde leven. 

Slide 17 - Slide

Onder een microscoop lijken cellen plat, maar dat zijn ze niet. 
Cellen onder de microscoop lijken plat, maar dat zijn ze niet.  

Slide 18 - Slide

weefsels van mensen
Cellen van hetzelfde type liggen vaak bij elkaar. 
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel. Enkele weefsels (onder de microscoop):
   botweefsel                    zenuwweefsel                      spierweefsel

Slide 19 - Slide

tussencelstof
In veel weefsels zit tussen de cellen tussencelstof. 
Er zijn verschillende typen tussencelstof. 
Soms is het een vloeistof (hersenvloeistof). 
Soms is het een harde stof (botweefsel). 


Slide 20 - Slide

weefsels van planten
Ook de organen van planten bestaan uit weefsels. 




Door de huidmondjes nemen CO2 op uit de lucht en geven ze zuurstof af.  Als een huidmondje open is, verdampt er water uit het blad. Daarom hebben veel planten huidmondjes aan de onderkant van de bladeren, want dan verdampt water minder snel. Bij te veel verdamping, sluiten de huidmondjes. 
Bij waterlelies zitten de huidmondjes aan welke kant?

Slide 21 - Slide

weefsels van planten
Hieronder staat een bladdoorsnede met verschillende soorten weefsels.
De opperhuid beschermt de plant tegen invloeden van buitenaf.

Slide 22 - Slide

jaarringen
Een weefsel in de stam van een boom is het cambium. Dit is een laag cellen dicht onder de schors. 

Het cambium vormt nieuw hout richting het midden van de stam.

Daardoor blijft het cambium altijd vlak onder de schors liggen. 

Slide 23 - Slide

jaarringen
In de lente groeit een boom hard. De nieuwe houtcellen zijn dan groot en licht van kleur. 
In de zomer groeit de boom minder hard. De nieuwe houtcellen zijn kleiner en het laagje is donkerder van kleur. 
In de herfst en winter groeit de boom niet. 
Elk jaar ontstaat zo een nieuwe laag hout die bestaat uit een licht en donker laagje. Het hout dat een boom in 1 jaar vormt, heet een jaarring. 
Het oudste hout ligt in het midden van de stam.

Slide 24 - Slide

Ga nu aan de slag met:
online maken van thema 2
van basisstof 2.3 
opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 8


timer
15:00

Slide 25 - Slide

samen lezen blz. 137+138

Om de beurt lezen.......
  • maak IN JE PAPIEREN BOEK
  • van thema 2,
  • van leren onderzoeken, 
  • opdracht 1 +2 op blz. 139
timer
10:00

Slide 26 - Slide

Huiswerk voor de volgende les =
1 =
maak (online) thema 2 - van 2.3  -opdracht 1 t/m 4+ 6 t/m 8 EN
2 = 
maak IN JE PAPIEREN BOEK van thema 2, van leren onderzoeken - opdracht 1 +2 (op blz. 139)

Slide 27 - Slide