Woordenschat H2 oefenen

Woordenschat H2 - Formeel taalgebruik
Oefenen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Woordenschat H2 - Formeel taalgebruik
Oefenen

Slide 1 - Slide

Wat is de betekenis van formeel taalgebruik?

Slide 2 - Open question

Wat is de betekenis van informeel taalgebruik?

Slide 3 - Open question

U hoort nog van me.
A
formeel
B
informeel

Slide 4 - Quiz

Met de meeste hoogachting.
A
formeel
B
informeel

Slide 5 - Quiz

Dat vertel ik je later nog wel.
A
formeel
B
informeel

Slide 6 - Quiz

Dat zal nog schriftelijk bevestigd worden.
A
formeel
B
informeel

Slide 7 - Quiz

Ik stuur je wel een mailtje.
A
formeel
B
informeel

Slide 8 - Quiz

Stom! Dat had ik niet moeten zeggen.
A
formeel
B
informeel

Slide 9 - Quiz

Ik bied u mijn verontschuldigingen aan.
A
formeel
B
informeel

Slide 10 - Quiz

Dat zal ik nog even voor u navragen.
A
formeel
B
informeel

Slide 11 - Quiz

Dat vraag ik straks wel even voor je.
A
formeel
B
informeel

Slide 12 - Quiz

Ik zal u onze nieuwe collectie tonen.
A
formeel
B
informeel

Slide 13 - Quiz

Ik hoop uw vraag naar tevredenheid te beantwoorden.
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quiz

Ik zal je laten zien wat er is binnengekomen.
A
formeel
B
informeel

Slide 15 - Quiz

Ik hoop dat mijn antwoord je geholpen heeft.
A
formeel
B
informeel

Slide 16 - Quiz

Ik wil dat u dit pand onmiddellijk verlaat.
A
formeel
B
informeel

Slide 17 - Quiz

Ik wil dat je ophoepelt.
A
formeel
B
informeel

Slide 18 - Quiz

Maak de informele zin formeel met behulp van het woord tussen haakjes.


Die cursus moet je ook gaan doen. Hij is hartstikke goed! (aanbevelen)

Slide 19 - Open question

Maak de informele zin formeel met behulp van het woord tussen haakjes.


De leerkracht zei een paar keer dat motivatie belangrijk is bij het leren van een taal. (benadrukken)

Slide 20 - Open question

Maak de informele zin formeel met behulp van het woord tussen haakjes.


De methode die we nu gebruiken, werkt niet goed. (huidig)

Slide 21 - Open question