Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1
This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Levensfases
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Levensfasen
Slide 3 - Slide
In welke levensfase zit jij nu?
A
kind
B
adolescent
C
puber
D
volwassene
Slide 4 - Quiz
Wat is jouw volgende levensfase?
A
Schoolkind
B
volwassene
C
Oudere
D
adolescent
Slide 5 - Quiz
Baby
Zitten
Staan
Lopen
Herkennen van personen en reageren
0-1,5 jaar
Slide 6 - Slide
Wat leert een baby?
A
rekenen
B
zitten
C
trap lopen
D
blokken bouwen
Slide 7 - Quiz
Peuter
Trap lopen
Bal schoppen
Toren bouwen
Met lepel eten
1,5-4 jaar
Slide 8 - Slide
Een peuter is ouder dan een kleuter
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
Kleuter
Tellen
veters strikken
Tekenen
4-6 jaar
Slide 10 - Slide
Wat wordt een kleuter die opgroeit?
A
levensfase
B
een baby
C
een peuter
D
een schoolkind
Slide 11 - Quiz
In welke levensfase leer je lezen, schrijven en rekenen?
A
peuter
B
kleuter
C
schoolkind
D
puber
Slide 12 - Quiz
Schoolkind
Lezen
Schrijven
Rekenen
Wisselen van tanden
6-12 jaar
Slide 13 - Slide
Puberteit
Groeispeurt
Puistjes
Vruchtbaar
Secudaire geslachtskenmerken
Gevoelens veranderen
12-16 jaar
Slide 14 - Slide
Wat zijn secudaire geslachtskenmerken
A
Baardgroei
B
Groeien
C
Gevoelens veranderen
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Video
Adolescent
Zelfstandig worden
Verantwoordelijk
16-21 jaar
Slide 17 - Slide
Volwassene
Relatie
Baan
Kinderen
21-65 jaar
Slide 18 - Slide
Bejaarde
Rimpels
Lichamelijk/Geestelijk slechter
65+ jaar
Slide 19 - Slide
Opdracht
Maak in Word een tabel en vul deze in met de verschillende levensfases en informatie die daar bij hoort
Slide 20 - Slide
Het maken van een tabel
Slide 21 - Slide
Voorbeeld
Slide 22 - Slide
Quiz
Slide 23 - Slide
Tot 4 jaar kunnen kinderen naar een crèche of kinderdagverblijf. Wie zijn dat?
A
Baby, peuter, puber
B
Baby, kleuter, dreumes
C
Baby, dreumes, peuter
D
Dreumes, kleuter, puber.
Slide 24 - Quiz
Welke chronologische volgorde is juist?
A
Baby- puber - peuter - dreumes
B
Dreumes- baby - puber - kleuter
C
Baby- peuter - kleuter - puber
D
Dreumes- Baby - peuter - kleuter
Slide 25 - Quiz
Wat is zindelijkheid?
A
baby's en peuters willen alles in hun omgeving ontdekken
B
baby's en peuters dragen nog een luier
C
kinderen kunnen zelf bepalen wanneer ze naar de wc moeten
D
kinderen luister goed naar hun pubers en doen wat ze vragen?
Slide 26 - Quiz
Wat doe je als je zindelijkheidstraining geeft?
A
Je leert een peuter op tijd naar het toilet te gaan
B
Je traint je hond zodat hij goed luistert
C
Je leert anderen hoe zij zin maken
D
Je maakt het anderen naar de zin
Slide 27 - Quiz
Wat hoort bij wat?
Feit
Mening
Objectief
Subjectief
Slide 28 - Drag question
Welk van de onderstaande observaties is objectief?
A
zij is echt heel leuk!
B
zij is echt stom
C
ik vind haar trui mooi
D
zij heeft een rode trui aan
Slide 29 - Quiz
Een kleuter wil graag samen spelen, een peuter liever alleen
A
Niet waar
B
Waar
Slide 30 - Quiz
Hier zie je een...…...motoriek
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek
C
Algemene motoriek
D
Kleine motoriek
Slide 31 - Quiz
Bij welke activiteiten maak je gebruik van de fijne motoriek en grove motoriek? Sleep de activiteiten die vallen onder fijne/grove motoriek naar de juiste vakken.
Fijne motoriek
Grove motoriek
Appels schillen
Fotograferen
Handballen
Mountainbiken
Sms’en
Tanden poetsen
Hardlopen
Nagels knippen
Veters strikken
Slide 32 - Drag question
Parallel
Constructief
Fantasie
Slide 33 - Drag question
Memory doen is goed voor het geheugen. Dit valt onder de cognitieve ontwikkeling.
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quiz
Voor welke ontwikkeling is het spelen met een bal goed?
A
De lichamelijke ontwikkeling
B
De geestelijke ontwikkeling
C
De sociaal-emotionele ontwikkeling
D
De kleine ontwikkeling
Slide 35 - Quiz
Leren omgaan met verdriet valt onder de ……. ontwikkeling
A
cognitieve
B
sociale
C
lichamelijke
D
emotionele
Slide 36 - Quiz
Leren rekenen valt onder de ….. ontwikkeling
A
cognitieve
B
sociale
C
lichamelijke
D
emotionele
Slide 37 - Quiz
De peuter is egocentrisch ingesteld. Dit betekent:
A
Alles voor zich zelf wil hebben
B
Geen contact kan maken met andere kinderen
C
Alles zelf wil doen
D
Zichzelf als middelpunt beschouwt
Slide 38 - Quiz
Een kind tussen de 1,5 en 4 jaar noemen we een ..
A
Kleuter
B
Peuter
C
Basisschoolkind
D
Baby
Slide 39 - Quiz
Bram is 3 jaar oud en is dan een..
A
baby
B
kleuter
C
peuter
D
dreumes
Slide 40 - Quiz
In het geval van een peuter met een driftbui? Wat kun je dan beter niet doen?
A
Straffen
B
Toegeven
C
Onderhandelen
Slide 41 - Quiz
Waarom is het beter om voor peuter en kleuters aparte tandpasta te gebruiken?