2.2 democratie in Nederland -deel 2

Wat staat er in de Grondwet?

A
de grondrechten van alle inwoners
B
regels en wetten voor het verkeer
C
regels en wetten voor het milieu
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat staat er in de Grondwet?

A
de grondrechten van alle inwoners
B
regels en wetten voor het verkeer
C
regels en wetten voor het milieu

Slide 1 - Quiz

Geef een voorbeeld van een grondrecht

Slide 2 - Open question

Leg in je eigen woorden uit wat een democratie is.

Slide 3 - Open question

Democratie
Een land waar de burgers zelf de mensen kiest die de macht krijgen.

18+ (met een Nederlands paspoort) mogen stemmen

Verkiezingen zijn om de 4 jaar 

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Parlementaire democratie
In Nederland sinds 1919
 = poitiek systeem waarbij een gekozen parlement de macht heeft.
algemeen kiesrecht: Kiesrecht voor mannen en vrouwen.

Slide 6 - Slide

Luisteropdracht: de tweede kamer wat gebeurt daar?
  1. Luisteren en woorden invullen.
  2. Nog een keer luisteren en woorden invullen.
  3. Nakijken met de klas

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Kiesrecht hoort bij
A
Monarchie
B
Democratie
C
Democratie

Slide 9 - Quiz

Wanneer kregen vrouwen kiesrecht?
A
1917
B
1919
C
1950
D
nooit

Slide 10 - Quiz

Het parlement is:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen

Slide 11 - Quiz

Opdracht: WAT WEET U VAN HET POLITIEKE SYSTEEM IN NEDERLAND? 
Lees de tekst en beantwoord de vragen

Slide 12 - Slide

Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je de regeringsleider
A
staatshoofd
B
Minister-president
C
Minister
D
onder minister

Slide 14 - Quiz

Wie is het staatshoofd?
A
De koning
B
De minister
C
De minister-president

Slide 15 - Quiz

Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie

Slide 16 - Quiz

Maken opdrachten
Paragraaf 2.2 van je werkboek

Ben je hiermee klaar?
Dan werk je verder aan 
paragraaf 2.3 De Sociale Kwestie

Slide 17 - Slide