Argumentatie H3

Argumenteren (1)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Argumenteren (1)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Ik kan feitelijke en waarderende argumenten onderscheiden
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opbouw argumentatie
Structuur:

Standpunt
Argument
want / omdat
dus / daarom

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten argumenten
Feitelijke argumenten
Dit zijn uitspraken waarvan de schrijver denkt dat ze waar zijn. Let op: een feitelijk argument (eigenlijk een soort leugen) hoeft niet waar te zijn. Ze zijn wel controleerbaar.

Naar mijn mening is Trump de populairste president ooit (standpunt), want bij zijn inhuldiging was de grootste menigte ooit (feitelijk argument - maar wel onwaar).

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

waarderende (niet-feitelijke) argumenten
Dit zijn uitspraken waarover je van mening kunt verschillen, voorbeelden van dergelijke argumenten zijn: 
  • normen en waarden
  • vermoedens
  • geloof of overtuiging
Je kunt deze uitspraken dus niet controleren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Feitelijk of waarderend?
Ik ga liever niet mee naar Parijs, want er is veel criminaliteit.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Feitelijk of waarderend?
Ik denk dat ik de toets heb gehaald, want ik heb mijn best gedaan.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Feitelijk of waarderend:
Mobieltjes in de klas moeten verboden worden. Ze zijn irritant.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Startopdracht: argumentatie
Teken het blokjesschema bij de argumentatie die hoort bij jouw mening over je vakantie.
Bijv:
Mijn vakantie was heerlijk. Ik heb al mijn lievelingsseries gebinged. Bovendien heb ik elke dag uitgeslapen tot half ... (tot hoe laat slapen jullie???)

Slide 9 - Slide

Mijn vakantie was maar matig leuk. Mijn reis naar Mexico ging niet door. Door de coronamaatregelen konden niet alle gezellige afspraken doorgaan.
Match de schema's met de bijhorende argumentatiesoort
1= ...
2=...
3=...
4=...

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige argumentatie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Onderschikkende argumentatie
Een schrijver kan een argument ook onderbouwen met een ondersteunend argument. Dit heet onderschikkende argumentatie: 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nevenschikkende argumentatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Neven- en onderschikkende argumentatie

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan het werk
Maak opdracht 4 H3 Lezen (helemaal af tijdens les) 

Blz. 79-82

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bespreken opdracht 2 van H3 Lezen
Hoe ging het matchen van de stellingen en argumenten met de blokjesschema's?

De signaalwoorden leiden je door 'de puzzel' van de argumentatie.
Als de signaalwoorden er niet staan, zou je ze wel kunnen invullen.
Want => argument; En => voor een nevenschikking; Namelijk => een onderschikkend argument. Dus =>  Stelling/standpunt
Daardoor =>  van onder naar boven

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken + huiswerk voor morgen
Nu:
Maak opdracht 1 van H3 Lezen (Argumentatie (1))


HW :
Vóór de les van morgen is het huiswerk af

Slide 20 - Slide

This item has no instructions