Hfst 2 - Sommen uitrekenen met je rekenmachine

1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Sommen uitrekenen met je rekenmachine

Je krijgt eerst een uitlegpagina + video waarin alles nog een keer wordt verteld. Daarna volgen er een aantal opdrachten.

Succes!

Slide 2 - Slide

Negatieve getallen op je rekenmachine


Op je rekenmachine staat een knopje (-) hiermee kunnen we negatieve getallen invullen.

Slide 3 - Slide

Meer uitleg nodig?
Bekijk dan de volgende video !

Weet je het nog hoe het zat? Dan mag je de video overslaan en meteen doorgaan naar de opdrachten.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Reken uit: -9 + 4 =
Tik op je rekenmachine:
(-) 9 + 4 =
A
Syntax error
B
5
C
-5
D
-36

Slide 6 - Quiz

Tik de som letterlijk over op je rekenmachine
(2 + 3) x 4 + 2 x 4 =
A
28
B
22
C
88
D
Syntax error

Slide 7 - Quiz

3,5 + 2,5 x 5 =
A
Syntax error
B
30
C
16
D
43,75

Slide 8 - Quiz

Bereken de volgende som op je rekenmachine:

-3 × 5 + 6 ÷ -2 = ...

Slide 9 - Open question

Bereken de volgende som op je rekenmachine:

100 ÷ 5 + 3 × 2 - 4 × 9 =

Slide 10 - Open question

Bereken de volgende som op je rekenmachine:

-222 × 12 + -8 ÷ 4 =

Slide 11 - Open question

Bereken de volgende som op je rekenmachine en rond je antwoord af op twee decimalen:
15 : (2 + 5) – 2 =

Slide 12 - Open question

Bereken de volgende som op je rekenmachine en rond je antwoord af op twee decimalen:
–45 + 356 : –23,5 × (–11,3 + 2,05) =

Slide 13 - Open question

Klaar!

Dit onderwerp is klaar.
Ga verder met leren van een van de andere onderwerpen.

Wil je nog extra oefenen met je rekenmachine?
Maak dan opdracht 85, 86 en 87 in je boek.

Slide 14 - Slide