Je kan dus niet zeggen: 1 kg = 1 L ! Dat geldt alleen (ongeveer) voor water.
Dichtheid is meestal gegeven in kg/m3 of g/L.
Slide 6 - Slide
Voorbeeld 1
Een blokje heeft een massa van 1,25 gram. Het volume van dit blokje is 2,5 mL. Bereken de dichtheid van dit blokje in g/L.
Antwoord
Dichtheid = massa / volume
Massa = 1,25 g
Volume = 2,5 mL = 0,0025 L
Dichtheid = 1,25 g / 0,0025 mL = 500 g/L
Slide 7 - Slide
Voorbeeld 2
Een voorwerp heeft een massa van 12 gram. De dichtheid van dit voorwerp is 133 g/L. Bereken het volume van het voorwerp in mL.
Antwoord
Dichtheid = massa / volume
Volume = massa / dichtheid = 12 g / 133 g/L = 0,090 L = 90 mL
Slide 8 - Slide
Scheidingsmethoden
De meeste stoffen die we kennen zijn mengsels.
Mengsels kun je scheiden, zodat je de zuivere stoffen apart krijgt.
Hiervoor zijn verschillende scheidingsmethoden.
Scheidingsmethoden maken gebruik van de verschillende stofeigenschappen van de zuivere stoffen in mengsels.
Slide 9 - Slide
Bezinken en afschenken
Scheiden van vaste stof uit vloeistof (suspensie)
Scheiden op basis van dichtheid
Voorbeeld: theeblaadjes uit thee
Nadeel: het duurt vrij lang. Soms is
filtreren of centrifugeren sneller.
Slide 10 - Slide
Filtreren
Scheiden van suspensies
Scheiden op basis van deeltjesgrootte
Voorbeeld: zand uit slootwater
Slide 11 - Slide
Centrifugeren
Scheiden van suspensies of emulsies
Scheiden op basis van dichtheid
Voorbeeld: bloedmonsters
Slide 12 - Slide
Extraheren
Scheiden van mengsels van vaste stoffen
Scheiden op basis van oplosbaarheid: sommige stoffen lossen op, andere stoffen niet
Voorbeeld: koffie/thee zetten (kleur-,
smaak-, geurstoffen lossen op, drap niet)
Het oplosmiddel noem je het extractiemiddel.
De stof die oplost noem je het extract.
Stoffen die achterblijven noem je het residu.
Slide 13 - Slide
Indampen
Scheiden van opgeloste stof uit oplosmiddel
Scheiden op basis van kookpunt: 1 stof verdampt veel eerder.
Voorbeeld: zout uit zeewater
Slide 14 - Slide
Vriesdrogen
Scheiden van opgeloste stof uit water
Scheiden op basis van kristallisatieproces: water kristalliseert veel sneller bij het vriesproces dan de opgeloste stof(fen).
Voorbeeld: fruit vriesdrogen
Slide 15 - Slide
Suiker uit de suikerbiet
Stukjes suikerbiet extraheren met heet water: suiker lost op.
Met filtreren wordt de suikeroplossing gescheiden van de rest van de suikerbiet.
De suikeroplossing wordt ingedampt: het water verdampt en de suiker blijft achter.
Slide 16 - Slide
Aan de slag
Lezen 1.2
Maken vragen 12 t/m 15
Slide 17 - Slide
Volgende les
Voorbereiding Vooronderzoek 2: "In deze proef werk je met een aantal stoffen met veiligheidsrisico’s: alcohol (ethanol), jood en wasbenzine. Zoek op internet naar de risico’s van deze stoffen en noteer welke maatregelen je moet nemen bij het gebruik van de stoffen."