BE Basis H1

Bedrijfseconomie 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie 

Slide 1 - Slide

Bedrijfseconomie Basis H1

Slide 2 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 1

Slide 3 - Slide

lesweek 7
Start BE Basis H1 

Veranderingen van liquide middelen en eigen vermogen

Vandaag BE - Basis H1 onderdeel 1 en 2 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1. Opbrengsten, kosten, ontvangsten en uitgaven

Slide 6 - Slide

Opbrengsten en kosten

Slide 7 - Slide

Ontvangsten en uitgaven

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat staat er op een liquiditeitsbegroting?
A
Kosten en opbrengsten
B
Kosten en ontvangsten
C
Uitgaven en opbrengsten
D
Uitgaven en ontvangsten

Slide 13 - Quiz

In januari levert een bedrijf goederen aan een klant met een factuur van € 80.000,-. De klant zal de factuur in februari betalen.
De opbrengst in januari is € ...(1).
De ontvangst in januari is € ...(2)
A
1 € 0,- 2 € 0,-
B
1 € 0,- 2 € 80.000,-
C
1 € 80.000,- 2 € 0,-
D
1 € 80.000,- 2 € 80.000,-

Slide 14 - Quiz

Welke ontvangsten zijn geen opbrengsten?
A
Debiteuren die betalen
B
Contante verkopen
C
Verkopen op rekening
D
Ontvangen huurbetalingen

Slide 15 - Quiz

Welk(e) van onderstaande stellingen is / zijn juist?
Stelling I: Opbrengsten en kosten zijn exclusief btw, terwijl ontvangsten en uitgaven normaal gesproken inclusief btw zijn.
Stelling II: Opbrengsten en kosten worden ingeboekt als er een tegenprestatie is geleverd, terwijl ontvangsten en uitgaven worden ingeboekt op het moment dat er betaald wordt.
A
Stelling I is juist; Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist; Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn allebei onjuist
D
Stelling I en II zijn allebei juist

Slide 16 - Quiz

Hoe bereken je winst?
A
opbrengsten - kosten
B
opbrengsten - uitgaven
C
ontvangsten - uitgaven
D
ontvangsten - kosten

Slide 17 - Quiz

Oefenen

Slide 18 - Slide

BE Basis H1

Kennisopgaven 1 t/m 4

Routinevragen R1 t/m R4

Slide 19 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Slide

Leerdoel 
Je weet nu weer de begrippen van de balans 

Slide 21 - Slide

                                        voorruitblik
Financiële feiten en liquiditeitenbalans

Slide 22 - Slide

Volgende lesweek
Leer je de rentabiliteit te  berekenen voor zowel de eenmanszaak als voor de BV en NV
Kan je in je eigen woorden uitleggen wat cashflow is
Leer je aan de hand van relevante gegevens de cashflow te berekenen voor zowel de eenmanszaak als de BV en NV
Kan je financiële kengetallen interpreteren

Slide 23 - Slide