Paragraaf 28.2

Paragraaf 28.2 Opbrensten en ontvangsten
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 28.2 Opbrensten en ontvangsten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt onderscheid maken tussen opbrengsten en ontvangsten.
Je kunt opbrengsten en ontvangsten verwerken op de winst-en-verliesrekening en de balans

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

In januari levert een bedrijf goederen aan een klant met een factuur a € 80.000,-. De klant zal de factuur in februari betalen. De opbrengst op de RR in januari is ...(1). De ontvangst op de Liq.rek. in januari is ...(2)
A
1 € 0,- 2 € 0,-
B
1 € 0,- 2 € 80.000,-
C
1 € 80.000,- 2 € 0,-
D
1 € 80.000,- 2 € 80.000,-

Slide 7 - Quiz

Welke ontvangsten zijn geen opbrengsten?
A
Debiteuren die betalen
B
Contante verkopen
C
Verkopen op rekening
D
Ontvangen huurbetalingen

Slide 8 - Quiz

Welk(e) van onderstaande stellingen is / zijn juist?
Stelling I: Opbrengsten en kosten zijn exclusief btw, terwijl ontvangsten en uitgaven normaal gesproken inclusief btw zijn.
Stelling II: Opbrengsten en kosten worden ingeboekt als er een tegenprestatie is geleverd, terwijl ontvangsten en uitgaven worden ingeboekt op het moment dat er betaald wordt.
A
Stelling I is juist; Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist; Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn allebei onjuist
D
Stelling I en II zijn allebei juist

Slide 9 - Quiz

Hoe bereken je winst?
A
opbrengsten - kosten
B
opbrengsten - uitgaven
C
ontvangsten - uitgaven
D
ontvangsten - kosten

Slide 10 - Quiz

Wat staat er op een liquiditeitsbegroting?
A
Kosten en opbrengsten
B
Kosten en ontvangsten
C
Uitgaven en opbrengsten
D
Uitgaven en ontvangsten

Slide 11 - Quiz

Alders NV heeft aan een personeelslid een lening verstrekt van € 120000. De interestvoet van deze lening is 3,5%. De werknemer moet de interest achteraf betalen op 1 maart en 1 september van elk jaar. Hij moet de lening in 2035 aan het einde van de looptijd ineens aflossen. Alders NV stelt elke maand een balans en winst-en-verliesrekening op. Bereken het bedrag dat Alders NV in verband met deze lening elke maand op de winst-en-verliesrekening zet.

Slide 12 - Open question