Verleden tijd sterke werkwoorden + voltooide en onvoltooide deelwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Nederlands week 15

Verleden tijd sterke werkwoorden

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Wat kunnen jullie aan het einde van de les? 

• Uitleggen hoe sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd en waar het voltooid deelwoord op eindigt
  
• Uitleggen wat het verschil is tussen een voltooid en onvoltooid deelwoord

Verleden tijd sterke werkwoorden

Wat zijn ook alweer sterke werkwoorden? 

Verleden tijd sterke werkwoorden

Bij sterke werkwoorden veranderd de klinker in de verleden tijd en eindigt het voltooid deelwoord op -en.

Lezen	L a s	Gelez en
Blazen	Bl ie s	Geblaz en
Eten	A t	Geget en
Kijken	K ee k	Gekek en

Welke van de zinnen heeft een verleden tijd sterk werkwoord?

Welke van de zinnen heeft een verleden tijd sterk werkwoord?

1. Ik FIETSTE te snel.
2. Ik ZONG niet zuiver.
3. Ik PRAATTE teveel.
4. Ik BAKTE een taart.

Welke van de zinnen heeft een verleden tijd sterk werkwoord?

1. Jij VERTELDE een leuk verhaal.
2. Wij WERKTEN vroeger bij de Albert Heijn.
3. Jij GROEIDE zo snel vroeger.
4. Wij DRONKEN teveel.

Welke van de zinnen heeft een verleden tijd sterk werkwoord?

1. Voor Nederlands LAS ik een boek.
2. Hij SCHEPTE op over zijn cijfer.
3. Wij SNAPTE niks van de theorie.
4. Dat SCHATTE hij verkeerd in.

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Wat was ook alweer het verschil? 

🤔

Onvoltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

Pratend liepen zij de klas binnen. 

Geeft aan dat iemand iets doet, terwijl hij nog iets anders doet.

Geeft aan wat iemand gedaan heeft.

Wij hebben ons verveeld tijdens de les.

Voltooid deelwoord

Onvoltooid deelwoord

Geeft aan dat iemand iets doet, terwijl hij nog iets anders doet.

Geeft aan wat iemand gedaan heeft.

Wij hebben ons verveeld tijdens de les. 

Pratend liepen zij de klas binnen.

Hebben de volgende zinnen een voltooid of onvoltooid deelwoord?

We zijn samen naar school GEFIETST.

Voltooid deelwoord

Onvoltooid deelwoord

HUILEND liep ze naar huis.

Voltooid deelwoord

Onvoltooid deelwoord

LACHEND vertelde Jort het hele verhaal.

Voltooid deelwoord

Onvoltooid deelwoord

En nu?

• Je taak afmaken
• Leren voor het proefwerk
• Aan een ander vak 
• 12:25 terug in de vergadering

Wat kunnen jullie nu vertellen?

• Uitleggen hoe sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd en waar het voltooid deelwoord op eindigt
• Uitleggen wat het verschil is tussen een voltooid en onvoltooid deelwoord