Spelling - Engelse werkwoorden vervoegen (les 2)

spelling Engelse werkwoorden
- Engelse werkwoorden vervoegen, hoe doe je dat ook alweer?
- Oefening baart kunst!


1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

spelling Engelse werkwoorden
- Engelse werkwoorden vervoegen, hoe doe je dat ook alweer?
- Oefening baart kunst!


Slide 1 - Slide

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die uit het Engels komen, vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse (zwakke) werkwoorden.

joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

Slide 2 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft. 

paintballen > ik paintball - hij paintballt - hij heeft gepaintballd (je hoort 'bol', dus dubbel l) 

whatsappen > ik whatsapp - hij whatsappt - hij heeft gewhatsappt (je hoort 'ep')



Slide 3 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
Wanneer schrijf je dan geen dubbele klinker aan het einde van de ik-vorm?

Als de dubbele klinker niet bepalend is voor de uitspraak.

Grillen > ik gril - jij grilt - hij heeft gegrild
Stressen > ik stres - jij strest - hij is gestrest


Slide 4 - Slide

Engelse werkwoorden
  • sommige ww behouden -e in de stam, vanwege uitspraak:

    gamen > ik game - jij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

    deleten >ik delete - jij deletet - hij deletete - hij heeft het bestand gedeletet

Slide 5 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste klank.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t.

racen - ik race - hij racet - hij racete - hij heeft geracet
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht

Slide 6 - Slide

Wat is goed gespeld?
A
Ik heb jaren gevolleybald
B
Ik heb jaren gevolleyballd

Slide 7 - Quiz

Wat is goed gespeld?
A
Els savedt de documenten op haar pc
B
Els savet de documenten op haar pc

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze:
A
De computer crashed tijdens de les
B
De computer crasht tijdens de les
C
De computer crashet tijdens de les
D
De computer crash't tijdens de les

Slide 9 - Quiz

Wat is goed gespeld?
A
Job heeft het document gedeleted
B
Job heeft het document gedeletet

Slide 10 - Quiz

Vervoeg op de juiste manier in de tegenwoordige tijd: Hij ... (timen)
A
timet
B
timt

Slide 11 - Quiz

16. Engelse werkwoorden

Wat is de juiste spelling?
Gisteren ..... Guus met een leuke dame.
A
dated
B
datte
C
datete

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze:
A
Gisteren racede ik naar huis
B
Gisteren racte ik naar huis
C
Gisteren racete ik naar huis
D
Gisteren racde ik naar huis

Slide 13 - Quiz

Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?

24. Ik heb al die oude contacten ....


A
gedelete
B
gedeleted
C
gedeletet

Slide 14 - Quiz

Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij (barbecueën)
A
barbecude
B
barbecuede
C
barbecuedde
D
barbecudde

Slide 15 - Quiz

Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?

19. Ik .... al die oude contacten


A
delete
B
deleted
C
deletet

Slide 16 - Quiz

Engelse werkwoorden

Wat is de juiste spelling?
Op Tinder heb ik al heel wat ...
A
geswipt
B
geswipet
C
geswiped

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste spelling van de Engelse werkwoorden;
verleden tijd
Wij (racen) ..................... naar huis.

Slide 18 - Open question

Kies de juiste spelling van de Engelse werkwoorden;
verleden tijd
Ruby en Linda (zappen) ..................... de hele avond.

Slide 19 - Open question

Kies de juiste spelling van de Engelse werkwoorden;
verleden tijd
We (relaxen) ..................... op de bank.

Slide 20 - Open question

Kies de juiste spelling van de Engelse werkwoorden;
verleden tijd
Angel en ik (chatten) .................. de hele avond

Slide 21 - Open question