Week 34

Welcome
Everyone!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome
Everyone!

Slide 1 - Slide

Hoe heet deze regel:
Bij he/she/it schrijf je een s achter het werkwoord

Slide 2 - Open question

Present Simple (=Heden)

Slide 3 - Slide

Today's goals: Writing
LEERDOELEN
- Je kunt een kaart met een wens of groet schrijven
Grammar
- Altijd, vaak of nooit: present simple (ontkenningen en vragen)
Words
- Special days








Slide 4 - Slide

today
  • Present Simple herhaling
  • Start paragraaf 5
  • Present Simple vragen & ontkenningen. 


Woensdag: Schrijfopdracht

Slide 5 - Slide

Paragraaf 4

Slide 6 - Slide

Waneer gebruik je de present Simple?
  1. Feit (Gras is groen; Grass is green)
  2. Gewoonte (Ik ga altijd lopen naar school; I always walk to school)
  3. Regelmaat (iedere dinsdag ga ik voetballen; Every tuesday I go play football) 

Slide 7 - Slide

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink 
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
Regel: Schrijf het hele werkwoord op.

Bijvoorbeeld: 
drink, work, speak eat, sleep.

Slide 8 - Slide

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
timer
0:20
A
visit
B
visits

Slide 9 - Quiz

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
SHIT-regel!
Bij he/she/it schrijf je een s achter het werkwoord 
Regel: Schrijf het hele werkwoord op.

Slide 10 - Slide

Present simple
Amber ..... (to work) very hard.
timer
0:20
A
work
B
works

Slide 11 - Quiz

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
timer
0:20
A
wear
B
wears

Slide 12 - Quiz

Get to work
Unit 3 Lesson 5 
Opdracht 4
timer
4:00

Slide 13 - Slide

Opdracht 9
  • a. De eerste zin "I do not like it." is ontkennend. 
  •     De tweede zin "Do you have any questions for me?" is vragend.
  • b. Je herkent een ontkennende zin aan het woordje: not
  •      Je herkent een vragende zin aan het vraagteken aan het einde van de zin.







Slide 14 - Slide

Present simple form

Slide 15 - Slide

Regel vragen stellen
               DO /DOES     +  ONDERWERP   + hele WW +  rest van de zin
                 Do                   I                      hear           noises?
                            Do                  you                 want           some cake?
                              Do                 they                  listen             to  music?

Slide 16 - Slide

De SHIT regel - "DOES"
Does +   onderwerp     + werkwoord (ZONDER "S") - voor SHIT regel (he, she, it)
   Does          he                     go (GOES)                    to school every day?

X

Slide 17 - Slide

Regel  ontkenningen
I, you, we, they - je gebruikt do + not= don't
SHIT regel (she, he, it) - je gebruikt does + not = doesn't

Slide 18 - Slide

Maak ontkennend:
The boy eats pizza every day
A
The boy don't eats pizza every day.
B
The boy doesn't eat pizza every day.
C
The boy don't eat pizza every day.
D
The boy doesn't eats pizza every day.

Slide 19 - Quiz

Maak ontkennend:
My sisters always run on the field
A
My sisters don't always runs on the field.
B
My sisters don't always runs on the field.
C
My sisters doesn't always runs on the field.
D
My sisters don't always run on the field.

Slide 20 - Quiz

Let's work
Wat?
Paragraaf 3.5 Opdracht 1 t/m 6
Hoe?
Maak de schrijfopdrachten
Met wie?
Alleen
Tijd?
Tot het einde van de les
Hulp?
Steek je hand op. 
Klaar?
paragraaf 3.4 afmaken + woordentrainer

Slide 21 - Slide