Paragraaf 1.5 Part 1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

WELCOME

Present simple
He ..... (to call) me each week.

1. call
2. calls

Goals

At the end of this lesson...

• I know how to use the Presen Simple.

For today's lesson: 

• Herhaling wederkerende voornaamwoorden.
• Uitleg Present Simple 

Proefwerk Unit 1

Woensdag 20 Oktober Les 1

Neem Laptop mee!

Leer alle woorden, zinnen en grammatica van Unit 1 Lesson 2 t/m 5

Blauwe pagina's Bladzijde 39 t/m 45

Huiswerk

Paragraaf 1.4 Opdracht 9 t/m 13

Paragraaf 1.5 Opdracht 1 t/m 4

00:10

Wanneer gebruik je de Present Simple?

1. Verleden tijd en Toekomst
2. Feiten, Gewoontes, regelmaat

00:56

Hoe heet dit ezelsbrugtje?

01:24

Maak de present simple
Frank ____ (to try) to be cool.

Waneer gebruik je de present Simple?

1. Feit (Gras is groen; Grass is green)
2. Gewoonte (Ik ga altijd lopen naar school; I always walk to school)
3. Regelmaat (iedere dinsdag ga ik voetballen; Every tuesday I go play football) 

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 

de Present Simple?

I drink

You drink

He drinks
She drinks

It drinks

We drink

They drink

You drink

SHIT-regel!

Bij he/she/it schrijf je een s achter het werkwoord 

Regel: Schrijf het hele werkwoord op. 

Hoe maak je een vragende zin (+) 

de Present Simple?

Do I drink?

Do you drink?

Does he drink?
Does she drink?

Does It drink?

Do we drink?

Do they drink? 

Do you drink?

Regel:

Schrijf do/does + onderwerp +  het hele werkwoord

0

Let op! Schrijf de -s maar 1x!

             Does he drinks?

             Does she drinks?

             Does It drinks?

             Does he drink?

             Does she drink?

             Does It drink?

Bij vraagzinnen staat al een -s in het woordje does. Je schrijft hier dus geen s achter het hele werkwoord.

0

Maak de volgende zin vragend:
Peter likes to work.

Present Simple: Ontkennend

0

Hoe maak je een ontkennende zin (-) 

de Present Simple?

I don'tdrink

You don't drink                      

He doesn't drink
She doesn't drink         

It doesn't drink              Let op: Schrijf de s maar 1x

We don't drink

They don't drink

You don't drink

Regel

Schrijf het onderwerp + don't /doesn't + het hele werkwoord

Maak de volgende zin ontkennend:
They talk a lot.

Huiswerk

Paragraaf 1.5 Opdracht 5 t/m 9