Nederlands Week 5 Les 2

Startopdracht Nederlands 
De volgende spullen liggen op tafel: 
1. Etui
2. Lesboek
3. Schrift

Je kijkt in je schrift waar je bent gebleven in je leesboek en gaat verder met lezen. Schrift open - hoek tafel - met huiswerk!
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Startopdracht Nederlands 
De volgende spullen liggen op tafel: 
1. Etui
2. Lesboek
3. Schrift

Je kijkt in je schrift waar je bent gebleven in je leesboek en gaat verder met lezen. Schrift open - hoek tafel - met huiswerk!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
Wat gaan we vandaag doen?
Tijd: 70 minuten
1. Lesdoelen 
5 minuten
2. Spellingsopdrachten nakijken + opdracht Schrijven nakijken
15 minuten
3.We gaan verder met de kijk- en luisteropdracht
10 minuten
4. Pauze
5 minuten
5. lootjes trekken + uitleg Sinterklaasgedicht
10 minuten
6. Opdracht Sinterklaasgedicht
15 minuten
7. Je schrijft het huiswerk op in de PLENDA
5 minuten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1. Je weet wanneer je hoofdletters en leestekens gebruikt
  2. Je weet wat er bedoeld wordt met figuurlijk taalgebruik 
  3. Je weet hoe je een tekst schrijft voor een werkstuk
  4. Je weet hoe een Sinterklaasgedicht eruit ziet 
  5. Je weet wat een rijmschema is
  6. Je weet wat het huiswerk is voor volgende week

Slide 3 - Slide

Nakijken
Pak de opdrachten van Spelling erbij in jouw schrift.
Bladzijde 58/59 in jouw lesboek

Ook nemen we samen de opdrachten door van schrijven!


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

timer
5:00

Slide 6 - Slide

Gedichten

Slide 7 - Mind map

Sinterklaasgedicht
Jullie trekken een lootje.
Schrijven voor die persoon uit de klas een gedicht.

Je past de kennis toe die je hebt geleerd.
Je gebruikt hoofdletters komma's
gebruikt deelonderwerpen en maakt "alinea's" (strofen)

Slide 8 - Slide

Aantekening in schrift
1. Je schrijft minimaal 4 strofen (alinea's) met 4 regels
2. Elke strofe = een deelonderwerp
3. Je let op hoofdletters en komma's
4. Volgende week draagt de leerling voor wie het geschreven is het gedicht voor
Je mag alleen een grapje maken als je de persoon kent en weet dat hij/zij dit kan hebben. 

Slide 9 - Slide

Aantekening Deel 2
Het gedicht moet rijmen en houdt een bepaald rijmschema aan: Jullie gebruiken een eigen gekozen rijmschema.


AABB
ABAB
ABCB
ABAC
wisbord (A)
verstoord (A)
Engels (B)
bengels (B)
wisbord (A)
Engels (B)
verstoord (A)
bengels (B)
opdracht (A)
motivatie (B)
corvee (C)
inspiratie (B)
opdracht (A)
motivatie (B)
verwacht (A)
gedaan (C)

Slide 10 - Slide

Aantekening Deel 3
1. Maak eerst een woordweb
2. Schrijf een aantal woorden op die rijmen
3. Probeer hier zinnen van te maken

Probeer het eerst zelf.
Als je moeite hebt, kun je naar rijmwoordenboek.vandale.nl

Slide 11 - Slide

Lesdoelen behaald? Pak je wisbordje
  1. Je weet wanneer je hoofdletters en leestekens gebruikt
  2. Je weet wat er bedoeld wordt met figuurlijk taalgebruik 
  3. Je weet hoe je een tekst schrijft voor een werkstuk
  4. Je weet hoe een Sinterklaasgedicht eruit ziet 
  5. Je weet wat een rijmschema is
  6. Je weet wat het huiswerk is voor volgende week

Slide 12 - Slide

PLENDA TIME!!!!!!!!!!
Huiswerk aanstaande maandag:  2C (2/3 uur) - 2B (4/5 uur) 
Neem 1 voorbeeld van een figuurlijk taalgebruik mee (schrift).
Het mag een uitdrukking zijn.

Huiswerk volgende week vrijdag: 2C: 2/3e uur -2B: 6/7e uur 
Sinterklaasgedicht is af en wordt op een stapel gelegd en vervolgens voorgelezen.


Slide 13 - Slide