Zet het juiste woord achter de omschrijving: Groep cellen met dezelfde bouw en taak
1 / 30
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Zet het juiste woord achter de omschrijving: Groep cellen met dezelfde bouw en taak
Slide 1 - Open question
Zet het juiste woord achter de omschrijving: Groep organen die samenwerken aan een grotere taak.
Slide 2 - Open question
Lever
Longen
Maag
Dunne darm
Dikke darm
Luchtpijp
Hart
Slokdarm
Ademhalingsstelsel
Bloedvatenstelsel
Verteringsstelsel
Slide 3 - Drag question
Schrijf het schema van verbranding op: ___ + ___ --> ___ + ___ + ___
Slide 4 - Open question
Welke stof is de energierijke stof bij de verbrandingsreactie?
Slide 5 - Open question
De alvleesklier en de nieren horen tot eenzelfde orgaanstelsel
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Een zuurstofdeeltje zit in de lucht en je ademt het in. Even later zit dit zuurstofdeeltje in het bloed. Noteer de weg die dit zuurstofdeeltje heeft afgelegd.
Slide 7 - Open question
Een stofdeeltje komt met de lucht in de luchtpijp. Het stofdeeltje blijft plakken in het slijmvlies in de luchtpijp. Leg uit hoe dit stofdeeltje uit de luchtpijp wordt verwijderd.
Slide 8 - Open question
1
2
3
4
5
6
Slide 9 - Drag question
Als je tijdens een diepe inademing de tussenribspieren en middenrifspieren samentrekt, gaat je borstkas...
A
Omlaag
B
Omhoog
C
Groter
D
Kleiner
Slide 10 - Quiz
Als je inademt met je middenrif, gaat het middenrif...
A
Omlaag
B
Omhoog
C
Groter
D
Kleiner
Slide 11 - Quiz
Bij het uitademen gaan de ribben... en je middenrif...
A
Omlaag, omhoog
B
Omhoog, omlaag
C
Groter. kleiner
D
Kleiner, groter
Slide 12 - Quiz
Bij het uitademen via het middenrif maak je de borstholte...
A
Omlaag
B
Omhoog
C
Groter
D
Kleiner
Slide 13 - Quiz
PARAGRAAF 3
Eten
Slide 14 - Slide
Wat is grondstofwisseling?
A
De stofwisseling van een lichaam in beweging
B
De stofwisseling van een lichaam in rust
C
De stofwisseling van een lichaam bij sport
D
De stofwisseling bij een dood lichaam
Slide 15 - Quiz
Wanneer je wilt afvallen, wat moet je dan eten
A
menu met veel Kcal
B
menu met veel verzadigd vet
C
menu met veel onverzadigd vet
D
menu met weinig Kj
Slide 16 - Quiz
PARAGRAAF 4
Verteren
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welke kant gaat het voedsel op? Van 1 naar 2, of van 2 naar 1?
Slide 19 - Open question
Welke voedingsstoffen worden kleiner gemaakt bij vertering?
Slide 20 - Open question
Drie groepen voedingsstoffen zijn: 1 eiwitten; 2 koolhydraten; 3 vetten. Welke van deze groepen voedingsstoffen kunnen dienst doen als reserve stoffen in je lichaam?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3
Slide 21 - Quiz
Benoem de onderdelen 2, 4, 6, 7, 9 en 11
Slide 22 - Open question
Welke weg legt voedsel af? Noteer de nummers in de juiste volgorde.
Slide 23 - Open question
Welke organen maken verteringsenzymen? Schrijf de nummers op.
Slide 24 - Open question
De lever maakt gal. Wat is de functie van gal?
A
Gal is een hulpstof voor de vertering van koolhydraten.
B
Gal bevat een enzym voor de vertering van vetten.
C
Gal is een hulpstof voor de vertering van vetten.
D
Gal bevat een enzym voor de vertering van eiwitten.
Slide 25 - Quiz
PARAGRAAF 5
Eten en ademen bij dieren
Slide 26 - Slide
Een vis neemt met kieuwen zuurstof op uit het water. Met welk onderdeel van de kieuwen komt zuurstof in het bloed van de vis?