Test jezelf

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Test jezelf

H7: Ademen en eten

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen doornemen
• Test jezelf 

Leerdoelen

Aan het eind van deze les heb ik de test jezelf gemaakt en weet ik aan welke paragrafen ik nog extra aandacht moet besteden voor de toets.

PARAGRAAF 1

Alles werkt samen

Zet het juiste woord achter de omschrijving:
Groep cellen met dezelfde bouw en taak

Zet het juiste woord achter de omschrijving:
Groep organen die samenwerken aan een grotere taak.

Lever

Longen

Maag

Dunne darm

Dikke darm

Luchtpijp

Hart

Slokdarm

Ademhalingsstelsel

Bloedvatenstelsel

Verteringsstelsel

Schrijf het schema van verbranding op:
___ + ___ --> ___ + ___ + ___

Welke stof is de energierijke stof bij de verbrandingsreactie?

Welke afvalstoffen komen er vrij bij verbranding, en hoe raak je deze kwijt?

Insuline verlaagt het glucosegehalte van je bloed

1. Juist
2. Onjuist

De lever maakt glucagon

1. Juist
2. Onjuist

In je spieren en in je lever zit glycogeen

1. Juist
2. Onjuist

Bijnieren produceren adrenaline

1. Juist
2. Onjuist

Enige tijd na een maaltijd stijgt het glucosegehalte van je bloed

1. Juist
2. Onjuist

Glucose

Glycogeen

Glucagon

Insuline

PARAGRAAF 2

Ademen

Een zuurstofdeeltje zit in de lucht en je ademt het in. Even later zit dit zuurstofdeeltje in het bloed. Noteer de weg die dit zuurstofdeeltje heeft afgelegd.

Een stofdeeltje komt met de lucht in de luchtpijp. Het stofdeeltje blijft plakken in het slijmvlies in de luchtpijp. Leg uit hoe dit stofdeeltje uit de luchtpijp wordt verwijderd.

1

2

3

4

5

6

Als je tijdens een inademing de tussenribspieren samentrekt, gaat je borstkas...

1. Omlaag
2. Omhoog
3. Groter
4. Kleiner

Als je inademt met je middenrif, gaat het middenrif...

1. Omlaag
2. Omhoog
3. Groter
4. Kleiner

Bij het uitademen gaan de ribben... en je middenrif...

1. Omlaag, omhoog
2. Omhoog, omlaag
3. Groter. kleiner
4. Kleiner, groter

Bij het uitademen via het middenrif maak je de borstholte...

1. Omlaag
2. Omhoog
3. Groter
4. Kleiner

PARAGRAAF 3

Eten

Bekijk het etiket en noteer:
Energierijke stoffen:
Bouwstoffen:
Beschermende stoffen:

Als je fietst verbruik je ongeveer 30 kJ per minuut. Hoe lang kan je fietsen op de inhoud van dit pakje melk? Noteer je berekening.

PARAGRAAF 4

Verteren

Door welke bewegingen verplaatst voedsel zich door je verteringsstelsel?

Hoe heten de spieren?

Welke kant gaat het voedsel op? Van 1 naar 2, of van 2 naar 1?

Welke voedingsstoffen worden kleiner gemaakt bij vertering?

Benoem de onderdelen 2, 4, 6, 7, 9 en 11

Welke weg legt voedsel af? Noteer de nummers in de juiste volgorde.

Welke organen maken verteringsenzymen? Schrijf de nummers op.

De lever maakt gal. Wat is de functie van gal?

1. Gal is een hulpstof voor de vertering van koolhydraten.
2. Gal bevat een enzym voor de vertering van vetten.
3. Gal is een hulpstof voor de vertering van vetten.
4. Gal bevat een enzym voor de vertering van eiwitten.

PARAGRAAF 5

Eten en ademen bij dieren

Konijn

Varken

Kat

Knobbelkiezen

Knipkiezen

Planten

Plooikiezen

Beide

Dieren

Een vis neemt met kieuwen zuurstof op uit het water. Met welk onderdeel van de kieuwen komt zuurstof in het bloed van de vis?

1. Kieuwdeksel
2. Kieuwlamel
3. Kieuwboog

Snoek

Kikkervisje

Hommel

Jonge kikker

Volwassen kikker

Kieuwen

Uitwendige kieuwen

Huid

Longen

Tracheeën

Inwendige kieuwen