les 1 inwendig en uitwendig milieu oefenvagen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

les 1: inwendig en uitwendig milieu oefenvragen

Bij het inwendig milieu horen:

1. Inhoud van longen en darmen
2. Het bloed en het vocht tussen de cellen
3. Gal in de galwegen en urine in de urineleiders en blaas
4. Mond-/neus-/keelholte en gehoorgang

Wat hoort niet bij het inwendig milieu?

1. Bloedplasma
2. De binnenkant van je darmen
3. De binnenkant van je longen
4. Weefselvloeistof

Inwendig milieu

Uitwendig milieu

Weefselvloeistof

Lucht

Voedingsstoffen in darmen

Bloedplasma

Urine

De afbeelding gaat over de mens. Je ziet hoe stoffen worden uitgewisseld tussen uitwendig milieu, inwendig milieu en de opslag in organen.

4 processen in het menselijk lichaam zijn:

Sleep de processen naar het juiste nummer in de afbeelding

reserves aanvullen

reserves opnemen

uitscheiden

voedsel opnemen

Omschrijf je inwendig milieu.
Tip:
wanneer is iets in je inwendig milieu?

Hoe zorgt het lichaam ervoor dat de stoffen in het inwendige milieu constant blijven?

In de longen vindt vooral ... plaats

1. opslag, uitscheiding en opname
2. opname en opslag
3. opslag en uitscheiding
4. uitscheiding en opname

Waar hoort het gele beenmerg bij?

1. Opname
2. Opslag
3. Uitscheiding

Doping Sporters leveren vaak na een wedstrijd urine in. Deze urine wordt dan getest op sporen van verboden middelen (doping). Urine wordt geproduceerd in de nieren.
Welk proces hoort hier bij?

1. Opname
2. Opslag
3. Uitscheiding

Welke rol heeft de lever bij het instant houden van een constant inwendig milieu?

1. Opslag en uitscheiding
2. Uitscheiding en bescherming
3. Bescherming en opname
4. Opname en opslag

Darmkanaal houdt het inwendige milieu constant door:

1. Opslag
2. Uitscheiding
3. Bescherming
4. Opname

Waar horen de nieren bij?

1. Opname
2. Opslag
3. Uitscheiding

Deze les

Ga aan de slag met boek 4A

Thema 13, basisstof 1

Maak alle vragen van de basisstof.

Klaar: vraag nakijkblad basisstof 1 en ga serieus nakijken.