This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
Mavo/havo 2 || 2022-2023
Hoofdstuk 1
Slide 1 - Slide
Programma
Herhaling
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Wat is de taak van een consumentenorganisatie?
Slide 3 - Open question
Consumentenorganisaties
Consumentenorganisaties komen op voor de belangen van de consument.
Slide 4 - Slide
Wat is een vergelijkend warenonderzoek?
De consumentenbond geeft bijvoorbeeld informatie over producten door vergelijkend warenonderzoeken te houden en dit te publiceren.
Slide 5 - Slide
Vergelijkend warenonderzoek
Slide 6 - Slide
Deugdelijk product en garantie
Deugdelijk product = bij normaal gebruik moet het product een redelijke tijd mee gaan
Slide 7 - Slide
Verschil garantie deugdelijk product
Deugdelijk product
Garantie
Slide 8 - Slide
Wat doe jij om het overzicht in je inkomsten en uitgaven te bewaren?
Slide 9 - Open question
Budgetteren
Het geld dat je kunt uitgeven, heet ook wel je budget.
Budgetteren is zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten.
Om goed te kunnen budgetteren maak je een begroting of budgetplan: een overzicht van al je inkomsten en al je uitgaven.
Slide 10 - Slide
Begroting
Slide 11 - Slide
Soorten inkomens
Inkomen uit arbeid -> tegenprestatie
Inkomen uit bezit -> bezit genereert geld
Overdrachtsinkomen -> geen tegenprestatie
Slide 12 - Slide
Soorten uitgaven
Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Slide 13 - Slide
Verwacht je grote uitgaven?
Voor de incidentele uitgaven kun je het beste geld reserveren.
Dat is geld opzij zetten waarvan je later bepaalde uitgaven kunt betalen.
Slide 14 - Slide
Reserveren
geld apart leggen voor toekomstige (meestal incidentele) uitgaven
Formule => Benodigd bedrag: aantal jaren = reserveren per jaar
Voorbeeld: Ik wil een nieuwe tv over drie jaar. Deze kost € 699. Hoeveel geld moet ik per maand reserveren?
€ 699 : 3 = € 233 reserveren per jaar
€ 233 : 12 = € 19,42 reserveren per maand
Slide 15 - Slide
Sara wilt een auto kopen van 9.000 euro. Ze heeft nu 3.500 euro op haar spaar rekening. ze wilt de auto over 2 jaar kopen. Hoeveel moet ze per maand reserveren?
Slide 16 - Open question
Soorten uitgaven
uitleg:
regelmatig met wisselend bedrag
vast moment, vast bedrag
uitgaven
die je soms doet
Soorten Uitgaven: Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Slide 17 - Slide
Hoe ziet het er dan uit?
Inkomsten
Uitgaven
Inkomen uit arbeid
(bijv. salaris)
Inkomen uit bezit
Overdrachtsinkomen
(bijv. zakgeld of een uitkering)
Huishoudelijke uitgaven
(bijv. eten, kapper)
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Reserveringen
Slide 18 - Slide
Rekenen met maanden/jaren
Slide 19 - Slide
Sophia verdient 45 euro per week. Bereken wat zij verdient per maand.
Slide 20 - Open question
Luuk verdient 144 euro per maand. Bereken wat Luuk verdient per week