This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
5.5 Gaswisseling, opname en transport
Slide 1 - Slide
5.5 Leerdoelen dl2
15. Je beschrijft hoe planten water en voedingszouten in plantenwortels opnemen en transporteren.
16. Je vergelijkt de transportroute van planten voor water en mineralen met de sapstromen voor organische stoffen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Transport
Transport van water gaat in de plant omhoog door 3 krachten:
- Verdamping in de bladeren
- Worteldruk
- Capillaire werking: door de
nauwe vaten gaat het water
als een 'draad' omhoog via
adhesie/cohesie
Slide 4 - Slide
Worteldruk
Mineralen worden actief opgenomen = hoge osmotische waarde, die water uit bodem trekt.
Slide 5 - Slide
Verdamping
verdamping via huidmondjes zorgt voor zuigkracht
Slide 6 - Slide
Houtvaten
Vervoeren water en mineralen van wortel naar blad
Water omhoog getransporteerd door: worteldruk, capillaire werking, verdamping
Slide 7 - Slide
Bastvaten
Vervoeren water en organische stoffen (suikers) van blad naar de rest van de plant.
Richting van transport bepaald door waterdruk/osmose.
Slide 8 - Slide
Transport Bastvaten
Slide 9 - Slide
Stroming in de bastvaten gaat
A
omhoog
B
omlaag
C
in beiden richtingen
Slide 10 - Quiz
Stroming in de houtvaten gaat altijd
A
omhoog
B
omlaag
C
in beiden richtingen
Slide 11 - Quiz
Door welke 3 krachten wordt water in een plant omhoog getransporteerd?
Slide 12 - Open question
Wortelharen nemen mineralen uit de bodem op in de cel. De concentratie in de cel is hoger dan in de bodem. Dit is een voorbeeld van:
A
diffusie
B
osmose
C
actief transport
D
passief transport
Slide 13 - Quiz
In de bastvaten is de richting van de sapstroom afhankelijk van de plaats waar de suikers nodig zijn. Noem een situatie waarbij de sapstroom omhoog gaat en een waarbij deze omlaag gaat.