§5.1 Leenheren en Leenmannen

1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kijk je antwoorden van de orientatie na met behulp van dit blad! 

Slide 2 - Slide

Lezen!
Lees de alinea 'Het Frankische Rijk' op pagina 88 in je tekstboek. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Karel de Grote wordt koning van het Frankische Rijk in....
A
668
B
768
C
868
D
968

Slide 5 - Quiz

Karel de Grote laat zich dopen om....
A
Religieuze redenen
B
Politieke redenen
C
Economische redenen

Slide 6 - Quiz

De samenwerking tussen de paus en Karel de Grote is goed voor....
A
De paus en de koning
B
de paus
C
de koning
D
geen van beiden

Slide 7 - Quiz

Lezen!
Lees de alinea 'Bestuur' op pagina 89 in je tekstboek. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Een leenman krijgt een stuk grond van Karel de Grote in.....

Slide 11 - Open question

De leenmannen moeten Karel de Grote bijstaan met ....

Slide 12 - Open question

Leenmannen zijn....
A
Koningen
B
Hertogen
C
Graven
D
Nonnen

Slide 13 - Quiz

Leenmannen moeten in hun gebied:
A
rechtspreken
B
zorgen voor veiligheid
C
belasting innen
D
soldaten voor het leger leveren

Slide 14 - Quiz

Lezen!
Lees de alinea 'Politieke verdeeldheid' op pagina 90 en 91 in je tekstboek. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Na de dood van Karel de Grote gaan de leenmannen hun geleende stuk land steeds meer zien als....

Slide 17 - Open question

Wat betekent de volgende uitspraak?
"De geleende stukken land worden erfelijk"
A
De stukken land worden van vader op zoon doorgegeven
B
Iedereen kan solliciteren om leenman van de koning te worden
C
Karel de Grote geeft alle stukken land aan zijn kinderen
D
De leenmannen krijgen allemaal erfelijk ziektes

Slide 18 - Quiz

Achterleenmannen zijn....
A
Leenmannen van de koning
B
Leenmannen van een leenman
C
Vrouwelijke leenmannen
D
Bedienden van de koning

Slide 19 - Quiz

Lezen!
Lees de alinea 'onveilige tijd' op pagina 91 in je tekstboek. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Noem een reden waarom de vroege middeleeuwen een onveilige tijd waren.

Slide 22 - Open question

Wat gingen de edelen doen om zichzelf en de burgers te beschermen tegen deze onveiligheid?

Slide 23 - Open question

Eerst gebeurde.....
En daarna gebeurde..
Invallen van Vikingen
Edelen bouwen kastelen

Slide 24 - Drag question

Lezen!
Lees de alinea 'Ridders' op pagina 91 in je tekstboek. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Ridders
Vikingen

Slide 27 - Drag question

Goed gedaan!
Het is een lastig onderwerp, maar kun je aangeven:
- wat je hebt geleerd
- wat je misschien nog moeilijk vindt of nog niet snapt?

Slide 28 - Slide

Deze les heb ik geleerd:

Slide 29 - Mind map

Dit vind ik nog lastig / snap ik nog niet helemaal

Slide 30 - Mind map